Figuur 42
1. Omloopklep
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit
de klep met een torsie van maximaal 7-11 Nm.
Belangrijk: Als u de motor laat lopen met
een geopende omloopklep, zal de transmissie
oververhit raken.
Opkrikpunten
Opmerking: Plaats de machine op kriksteunen indien
dit nodig is.
• Voor – rechthoekig blok, onder de asbuis, aan de
binnenzijde van beide voorwielen (Figuur 43).
Figuur 43
1. Kriksteunpunt aan de voorzijde
• Achter – rechthoekige asbuis op de achteras.
Bevestigingspunten
• Voor – de opening in het rechthoekige blok, onder
de asbuis, aan de binnenzijde van beide voorwielen
(Figuur 44).
1. Voorste bevestigingspunt
• Achter – Beide zijden van het achterframe van de
machine (Figuur 45).
1. Achterste bevestigingspunt
Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat
aangeeft dat het elektronische besturingssysteem een
elektrische storing registreert. Het diagnoselampje
37
Figuur 44
Figuur 45