Montageschema van de buis-behuizinguitvoering
A:
Der wegsensor wordt direct met het schroefdraad of een
moer met de houder gefixeerd, met een aanzetmoment van
< 50 Nm.
Het
bevestigingsmateriaal
positiesensor B moet beslist uit niet-magnetiseerbaar
materiaal bestaan.
C:
Als
magnetiseerbaar
gebruikt,
moet
een
magnetiseerbaar materiaal met 10mm dikte en min. 3mm
groter in afstand ten opzichte van de omvang van de
positiesensor aangebracht worden. De afstandshouder moet
tussen de positiesensor en diens bevestiging worden
gemonteerd. De bevestigingsschroeven moeten van niet-
magnetiseerbaar materiaal zijn.
D:
Aanbevolen wordt de hydraulische afdichting aan het
flensinstallatievlak door middel van een O-ring in een
cilinderbodemgroef. De afdichting kan ook met een O-ring in
de schroefdraaduitloopgroef tot stand worden gebracht.
Deze gegevens gelden alternatief ook voor de wegsensor
LP-38 zonder meetslede!
E:
Horizontaal ingebouwde meetstokken > 1,5 m lang moeten
ondersteund en een in omvang open positiesensor worden
geplaatst.
F:
Optioneel kan de wegsensor op de punt van de buis met
een zakgatschroefdraad M4x5 worden geleverd. Dit kan voor
de puntlegering worden gebruikt.
Printed in the Federal Republic of Germany
30/06/2008
D
C
voor
de
wegsensor
bevestigingsmateriaal
afstandshouder
van
F
E
TR - ELA - BA - NL - 0004 - 01
SW 46
B
en
wordt
niet-
A
© TR-Electronic GmbH 2008, All Rights Reserved
Montage
Pagina 25 van 26