Navigatie
3.1.3 Uitschakelen in noodsituatie
BELANGRIJK:
Het gebruik van de procedure voor nooduitschakeling tijdens het communiceren met het
voertuig-ECM kan bij sommige voertuigen leiden tot problemen met de ECM.
Tijdens normaal gebruik schakelt u het diagnose-instrument uit via de hierboven beschreven
procedure Uitschakelen. De nooduitschakelingsprocedure dient alleen te worden gebruikt als het
diagnose-instrument niet reageert op navigatie- of bedieningstoetsen of wanneer er sprake is van
onregelmatig bedrijf. Als u een nooduitschakeling wilt afdwingen, houdt u de toets IN-/
uitschakelen gedurende vijf seconden ingedrukt, totdat het diagnose-instrument wordt
uitgeschakeld.
3.2 Bedieningstoetsen
Er zijn vier druktoetsen en een multi-directioneel bedieningselement dat zich rechts op het
diagnose-instrument bevindt. Alle overige bewerkingen met het diagnose-instrument worden
beheerd via het aanraakscherm.
Item
1
2
Scanner
Scanner
TSB's
TSB's
Knop
N/Annuleren -
Druktoetstype
J/Accepteren -
Druktoetstype
OBD-II/EOBD
OBD-II/EOBD
Begeleide
Begeleide
componenttests
componenttests
Eerdere voertuigen
Eerdere voertuigen
Extra
Extra
en data
en data
Afbeelding 3-1
Beschrijving
Een menu of programma afsluiten.
•
Een geopende lijst sluiten en terugkeren naar het
•
vorige menu of scherm.
Het antwoord Nee invoeren als er een ja/nee-vraag
•
wordt gesteld.
Een selectie in een menu of programma bevestigen.
•
Een item selecteren dat is gemarkeerd met de
•
richtingstoetsen.
Verspringen naar het volgende scherm in een reeks.
•
Het antwoord Ja invoeren als er een ja/nee-vraag
•
wordt gesteld.
8
Bedieningstoetsen
Scope / multimeter
Scope / multimeter
1
2
3
4
5