04 COMPONENTEN
Op het stuur van de motor st bevinden zich twee besturingselemen-
ten voor de bediening van het aandrijfsysteem. Een schakelaar met
twee knoppen aan de linkerkant van het stuur en in het midden een
display met een knop (afb. 18).
X
Y
AFB.18
Extra informatie over de bedieningselementen vindt u in
de handleiding van de componentenfabrikant. Deze
vindt u op ons downloadportaal (zie hoofdstuk 1.1.1
"Download-Portal").
Ondersteuning verhogen
Ondersteuning verlagen
Ondersteuningsmodus "Gaan"
(aandrijfhulp):
F
→
Druk op knop X
(afb. 18).
→
Druk op knop Y
(afb. 18).
→
Druk in de modus "Uit"
op de knop Y.
→
Houd de knop Y
ingedrukt zolang u de
aandrijfhulp gebruikt. Als
u de knop loslaat, wordt
55
56
Instellingenmenu op het display
Weergaven en rijgegevens
Nauwkeurige informatie over de rijgegevens die op het
display kunnen worden weergegeven, vindt u in de
handleiding van de componentenfabrikant. Deze vindt u
op ons downloadportaal (zie hoofdstuk 1.1.1 "Down-
load-Portal").
Accu opladen
Neem voor het gebruik van de accu en de lader absoluut
de bijbehorende handleiding van de componentenfabrikant
in acht. Deze vindt u op ons downloadportaal (zie hoofd-
stuk 1.1.1 "Download-Portal").
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en stroomschokken
Bij onzorgvuldig gebruik van de accu en de lader kunt u
brand veroorzaken en bestaat er gevaar voor een elektri-
sche schok.
→
Voer het laadproces in een droge omgeving, bij voorkeur
in een droge ruimte uit.
04 COMPONENTEN
de aandrijfhulp weer
uitgeschakeld.
→
Druk tegelijkertijd op de
knoppen X en Y.
→
Navigeer de cursor in
het menu door op knop
X en Y te drukken.
→
Druk op de functieknop
F op het display om een
menupunt te selecteren
(afb. 18).
4.1.5
4.1.6