44
Gebruik van de opnameprogramma's
Aan uw opnamen een cinematografisch
karakter geven
Geef aan uw opnamen een
cinematografisch karakter door gebruik te
maken van het opnameprogramma [
CINE MODE/CINEMAMODUS].
Combineer dit opnameprogramma met
de 25 fps progressieve beeldsnelheid
[
HDV(PF25)] om het effect van
de 25p-cinemamodus te versterken.
Gebruik van het opnameprogramma [
CINE MODE/CINEMAMODUS]
Met het opnameprogramma [
MODE/CINEMAMODUS] stelt de
camcorder de beeldopties zo in dat uw
opnamen een cinematografisch karakter
krijgen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
FUNC.
(
21)
Pictogram van het momenteel
geselecteerde
FUNC.
Opnameprogramma
CINE MODE/Cinemamodus
FUNC.
De 25p-cinemamodus instellen
U kunt het opnameprogramma [
MODE/CINEMAMODUS] en de
beeldsnelheid [
combineren om de 25p-cinemamodus te
creëren, waardoor het cinematografische
effect van uw opnamen wordt versterkt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Stel het opnameprogramma in op [
CINE MODE/CINEMAMODUS], zoals
beschreven in de paragraaf hiervoor.
CINE
Verplaats de programmakeuzeschakelaar
tijdens het opnemen van een scène niet naar
abrupt veranderen.
(
8)
de sluitertijd wijzigen
Gebruik het programma met automatische
belichting (AE) of geef prioriteit aan de
belichtingswaarde of de sluitertijd.
*
dan de instelling [
CINEMAMODUS].
CINE
Programmakeuzeschakelaar:
Opties
HDV(PF25)]
(
8)
MENU
FUNC.
REC/IN SETUP-Opname-
instellingen
HD STANDARD/HD-standaard
YES/Ja
OPMERKINGEN
; de helderheid van het beeld kan anders
Flexibel opnemen: Het diafragma en
WAAR U OP MOET LETTEN
*
: Alleen andere instellingen
[
PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA]
De camcorder stelt automatisch het
diafragma en de sluitertijd zo af dat voor
het onderwerp een optimale belichting
wordt verkregen.
HDV(PF25)
(
8)
CINE MODE/
Standaardwaarde