Optie
Parallel
Pagina 5-18
Netwerk/Poort
Hiermee stelt u het type interface in tussen computer en de
transmissie.
De volgende opties dienen te worden ingesteld wanneer de parallelle poort wordt
gebruikt:
Poortstatus
Hiermee stelt u de poortstatus in van de parallelle interface wanneer het apparaat
wordt aangezet. De mogelijke instellingen zijn:
• Inschakelen (standaardinstelling)
• Uitschakelen
Wanneer het geheugen ontoereikend is wanneer de poortstatus wordt
ingesteld op Inschakelen, kan deze automatisch op Uitschakelen worden
ingesteld. Wanneer dit gebeurt, de poortstatus van andere poorten die niet
worden gebruikt instellen op Uitschakelen of de geheugentoewijzing
aanpassen. Indien de poortstatus nog steeds niet kan worden ingesteld
op Inschakelen, wordt aangeraden de 64MB SDRAM voor de printer te
installeren.
Afdrukmode
Stelt de printertaal in. De mogelijke instellingen zijn:
• Auto (standaardinstelling)
De taal die wordt gebruikt wordt automatisch bepaald
• PCL
• PS (alleen beschikbaar wanneer de PostScript-set is geïnstalleerd)
Wanneer de waarde wordt ingesteld op Auto, en wanneer de printertaal
niet kan worden gevonden door de functie voor de automatische
printertaaldetectie of wanneer het niet de geselecteerde printertaal is, kan
het gebeuren dat de gegevens worden gewist.
PJL
Hiermee stelt u in of de PJL-opdrachten worden ingeschakeld die vanaf de
computer worden verzonden. De mogelijke instellingen zijn:
• Inschakelen (standaardinstelling)
• Uitschakelen
Adobe-protocol
Hiermee stelt u het PostScript-protocol in. Alleen beschikbaar wanneer de
PostScript-set is geïnstalleerd. De mogelijke instellingen zijn:
• Normaal (standaardinstelling)
Voor een communicatieprotocol in ASCII-indeling.
• Binair
Voor een communicatieprotocol in binaire indeling. Afhankelijk van de
gegevens kan de afdrukopdracht sneller worden voltooid met dit protocol
dan wanneer Normal is geselecteerd.
• TBCP (Tagged Binary Communications Protocol)
Voor een communicatieprotocol in een combinatie van een ASCII- en een
binaire indeling met behulp van een specifieke stuurcode.
OPMERKING: Het protocol selecteren dat past bij de indeling van de gegevens
die worden uitgevoerd door de printerdriver.
Toelichting
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker