5.2
Dieselmotor
5.2.1
Dieselmotor starten
WAARSCHUWING
kans op vergiftiging door uitlaatgassen, bij draaiende dieselmotor in niet
geventileerde of gesloten ruimten!
WAARSCHUWING
Gevaar door onbedoeld wegrollen van de machine bij het opstarten van de
dieselmotor!
Start de dieselmotor alleen zittend op de bestuurdersstoel.
LET OP
Gevaar voor motorschade!
Vermijd hoge motortoerentallen, vol gas en sterke belastingen van de dieselmotor als deze
koud is.
Na het inschakelen van de ontsteking wordt de info- en bedieningsterminal meteen
opgestart.
Als de accuhoofdschakelaar open was, duurt het ca. 20 seconden tot de info- en
bedieningsterminal is opgestart.
112
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Verbind vóór het starten of latend draaien van de dieselmotor in een gesloten ruimte
de uitlaat met een voorgeschreven ontluchtingssysteem.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Neem vóór het starten van de dieselmotor de meegeleverde gebruikershandleiding in
acht.
Alleen als de accuhoofdschakelaar zich in de gesloten positie bevindt, kan de
dieselmotor worden gestart.
Let bij draaiende dieselmotor op de waarschuwings- en controlelampjes. Zet de
dieselmotor onmiddellijk af als het waarschuwingslampje "Motorolietemperatuur"
knippert of als er aanwijzingen voor het uitvallen van een onderdeel zijn (zie hoofdst.
"Bewaking van de werking van de dieselmotor" pagina 69).
Start de dieselmotor nooit of laat de dieselmotor nooit zonder accu lopen. Indien dit
niet in acht genomen wordt, wordt de draaistroomgenerator vernield.
Start de dieselmotors nooit door de accu kort te sluiten.
Neem bij gebruik van de machine bij lage omgevingstemperaturen het hoofdstuk
"Werking van de dieselmotor tijdens de winter", pag. 117 in acht.
Opbouw en functie
Zelfrijdende voermengwagen