5.7.1.1
Bandsnelheid voor de dwarsafvoerband instellen (modus 2)
Bandsnelheid verhogen:
1.
Druk zo vaak op knop 5 op de info- en
bedieningsterminal tot op het display (1) de waarde
voor de gewenste bandsnelheid (in %) verschijnt.
De zijdelingse afstand (werpwijdte), waarop het
voer naast de machine wordt gedeponeerd, wordt
groter.
Bandsnelheid verlagen:
1.
Druk zo vaak op knop 6 op de info- en
bedieningsterminal tot op het display (1) de waarde
voor de gewenste bandsnelheid (in %) verschijnt.
De zijdelingse afstand (werpwijdte), waarop het
voer naast de machine wordt gedeponeerd, wordt
kleiner.
138
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
De ingestelde snelheid van de band bepaalt de zijdelingse afstand (werpwijdte)
waarop het voer naast de machine wordt gedeponeerd. Met de toenemende snelheid
van de band wordt de zijdelingse afstand waarop het voer gelost wordt, groter.
De snelheid van de band kan trapsgewijs tussen 0 en 100 % ingesteld worden via de
knoppen 5 en 6 van het info- en bedieningsterminal.
De actueel ingestelde bandsnelheid wordt opgeslagen.
Opbouw en functie
1
5
6
Afb. 5-127
Zelfrijdende voermengwagen