Bediening
Machine aankoppelen
7.4.1.3
Trekpen (Piton-Fix) en trekoog (hitch-ring) (optioneel)
Voorwaarden:
Geschiktheid van de tractor gecontroleerd (zie hoofdst. 6.2 "Geschiktheid van de tractor
controleren").
Machine staat op een vlakke ondergrond.
Steunvoet staat in steunstand (zie hoofdst. 7.4.5 "Steunvoet").
Er bevinden zich geen personen in de gevarenzone.
De machine is in orde (storingen zijn verholpen).
De veiligheidsvoorzieningen staan in de beschermingsstand ( bijv. afdekkingen zijn
gemonteerd).
Uit te voeren stappen:
1.
De machine beveiligen tegen wegrollen: (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine
beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen").
2.
Tractor achteruit naar de machine toe rijden.
3.
De tractor beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen(zie hoofdst. 6.5 "Tractor
en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen").
4.
De neerhouder (dwarspen) boven de trekpen verwijderen.
5.
Voedingsleidingen aankoppelen (zie hoofdst. 7.4.3 "Voedingsleidingen aankoppelen").
6.
Zo ver naar de machine toe rijden dat de trekpen het trekoog kan opnemen.
Trekpen bevindt zich onder de trekogen.
7.
Trekdissel via de steunvoet laten zakken.
De trekpen heeft de trekogen gevangen.
8.
De dwarspen boven de trekpen bevestigen en borgen.
De machine is aan de tractor gekoppeld.
7.
Cardanas aankoppelen (zie hoofdst. 7.4.2 "Cardanas aankoppelen").
8.
Vastzetrem loshalen (zie hoofdst. 7.4.4 "Vastzetrem").
9.
Steunvoet omhoog halen (zie hoofdst. 7.4.5 "Steunvoet").
Stand: 08.2022
Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832
Hoofdstuk 7
Pagina 111
Bernard van Lengerich