Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

5

Inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfstelling van de koppeling de aantrekking van de stelschroeven in de flensnaven controleren, de
uitlijning en de afstandsmaat E controleren en evt. corrigeren alsmede alle schroefverbindingen al naargelang
koppelingstype controleren wat betreft aanhaalmoment.
Bij gebruik in het Ex-bereik moeten de stelschroeven voor de flensnaafbevestiging alsmede
alle schroefverbindingen extra tegen losdraaien beveiligd worden, bv. vastplakken met
Loctite (medium sterk).
Vervolgens dient de koppelingsbescherming tegen onbedoeld aanraken te worden aangebracht. Deze is conform
DIN EN ISO 12100 (Machine veiligheid) en Richtlijn 2014/14/EU verplicht en moet beschermen tegen:
 Toegang met de pink
 Vallen van hieraan vreemde, vaste objecten.
De afdekking mag van openingen voorzien worden volgens normen, beschreven in DIN EN ISO 13857 ter
dissipatie van hitte.
De afdekking moet elektrisch geleidend zijn en in de potentiaalvereffening opgenomen worden. Als
verbindingselement tussen pomp en E-motor zijn aluminium pompsteunen (magnesiumpercentage lager dan
7,5 %) en dempingsringen (NBR) toegestaan. Het verwijderen van de afdekking is alleen bij stilstand toegestaan.
Bij het gebruik van de koppelingen in stofexplosiegevaarlijke gebieden zoals in kolenmijnen
dient de exploitant erop te letten, dat er zich tussen afdekking en koppeling geen stof in
gevaarlijke hoeveelheid ophoopt. De koppeling mag niet in stof draaien.
Voor afdekkingen met niet gesloten openingen in de bovenzijde dienen bij het gebruik van
de koppelingen als apparaten van de apparatengroep II geen lichtmetalen gebruikt worden
(indien mogelijk uit roestbestendig staal).
Bij het gebruik van de koppelingen in kolenmijnen (apparatengroep I M2) mag de afdekking
niet uit lichtmetaal bestaan, en moet deze bovendien hogere mechanische belastingen
kunnen weerstaan dan bij het gebruik als apparaten van de apparatengroep II.
Tijdens de werking van de koppeling dient op volg. gelet te worden
 veranderde aandrijfgeluiden
 optredende trillingen.
Als er tijdens de werking van de koppeling onregelmatigheden worden vastgesteld, dan
!
moet de aandrijfeenheid meteen uitgeschakeld worden. De oorzaak van de storing dient met
behulp van de tabel „Bedrijfsstoringen" te worden vastgesteld en, indien mogelijk, volgens
de voorstellen verholpen te worden. De opgesomde mogelijke storingen kunnen alleen
aanknopingspunten zijn. Voor het zoeken naar fouten moet rekening worden gehouden met
alle bedrijfsfactoren en machinecomponenten.
Coating van de koppeling:
Als er gecoate (grondlaag, verflagen, ...) koppelingen in het Ex-bereik gebruikt worden, dan
dient de vereiste wat betreft de geleidbaarheid en de laagdikte in acht te worden genomen.
Bij het aanbrengen van verf tot 200 μm is geen elektrostatische oplading te verwachten.
Meervoudige applicaties met laagdiktes van meer dan 200 μm voor explosiegroep IIC zijn
niet toegestaan.
Waarschuwingsopmerking
ISO 16016 in acht nemen.
RADEX
Gebruikers-/montagehandleiding
Getekend:
17-7-2018 Pz/Ul
Gecontroleerd:
25-7-2018 Pz
®
-N
Vervanging voor:
Vervangen door:
KTR-N
47110 NL
Blad:
24 van 30
Uitgave:
23
KTR-N d.d. 17-11-2017

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor KTR RADAEX-N Series

Inhoudsopgave