Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vorstbeveiliging; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Aanvraagvoeler - Bosch CS5000AW 22 O Montage- En Gebruiksaanwijzing

Lucht-water-warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

6.2.2

Vorstbeveiliging

Bij warmtepompinstallaties waarbij vorstvrijheid niet kan worden gegaran-
deerd, moet een mogelijkheid tot leegmaken (zie afbeelding) worden ge-
monteerd. De verwarmingsbuizen buiten moeten extra worden geïsoleerd.
Indien de warmtepompmanager en de verwarmingscirculatiepomp bedrijfs-
klaar zijn, werkt de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepompmanager.
Bij buitenbedrijfstelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet de in-
stallatie op de aangegeven plaatsen (zie afbeelding) worden gelegd en zo
nodig uitgeblazen.
Bij warmtepompsystemen waarbij stroomuitval niet kan worden herkend
(vakantiehuis), moet de verwarmingskring met een geschikt antivriesmiddel
(zoals bijv. polypropyleenglycol) in de door de fabrikant van het antivries-
middel aangegeven concentratie worden gebruikt.
1
2
6.3

Elektrische aansluiting

In het totaal moeten naar de warmtepomp 3 leidingen/kabels worden ge-
plaatst:
n
De vermogensaansluiting van de warmtepomp wordt via een conventi-
onele 5-aderige kabel aangesloten.
De kabel moet ter plekke beschikbaar worden gesteld en de draad-
doorsnede moet worden gekozen conform de vermogensopname van
de warmtepomp (zie bijlage apparaatinformatie) alsmede de betref-
fende VDE- (EN-) en VNB-voorschriften. In de vermogensvoeding voor
de warmtepomp moet een alpolige uitschakeling met een contactope-
ningsafstand van minstens 3 mm (bijv. EVB-contactor, vermogenscon-
tactor) worden aangebracht.
Een 3-polige zekeringautomaat, met gemeenschappelijke uitschake-
ling van alle buitenkabels (uitschakelstroom volgens apparaatinforma-
tie) zorgt, rekening houdend met de dimensionering van de interne be-
drading, voor bescherming tegen kortsluiting. De relevante compo-
nenten in de warmtepomp bevatten een interne bescherming tegen
overbelasting.
Bij het aansluiten moet het rechtsdraaiende veld van de lastvoeding
gegarandeerd worden.
Fasenvolgorde: L1, L2, L3.
LET OP!
Let op het rechts draaiveld: bij een verkeerde bedrading wordt het op-
starten van de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende aanwij-
zing wordt in de warmtepompmanager weergegeven (bedrading aan-
passen).
CS5000AW 22 O – 6721835140 05/2021
3
n
De stuurspanning wordt via de warmtepompmanager gevoed.
Hiervoor moet een 3-polige leiding overeenkomstig de elektrische do-
cumentatie worden geplaatst. Meer informatie over de bedrading van
de warmtepompmanager vindt u in de gebruiksaanwijzing ervan.
n
Een afgeschermde communicatieleiding (bijv. dataleiding; afge-
schermd: J-Y(ST)Y 2  ×  2  ×  0,6, niet in de leveringsomvang inbegre-
pen) verbindt de warmtepompmanager met de in de warmtepomp in-
gebouwde koelcircuitregelaar. Nadere aanwijzingen vindt u in de ge-
bruiksaanwijzing van de warmtepompmanager en de elektrische docu-
mentatie.
OPMERKING
De communicatiekabel is noodzakelijk voor de werking van buiten op-
gestelde lucht/water-warmtepompen. Hij moet geschermd zijn en ge-
scheiden van de voedingskabel worden geplaatst.
6.3.1

Aansluiting aanvraagvoeler

Bij de warmtepompmanager is de aanvraagvoeler R2.2 (NTC 10) geleverd.
Hij moet afhankelijk van het gebruikte hydraulische systeem worden inge-
bouwd (zie bijlage Integratieschema's).
Als er geen aanvraagvoeler wordt aangesloten, dan is bij een communicatie-
onderbreking met de warmtepompmanager ook geen regeling van de twee-
de warmtegenerator mogelijk.
OPMERKING
De in de warmtepomp ingebouwde retourvoeler R2 is bij een werkende
compressor actief en hij mag niet worden afgeklemd.
Montage
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cs5000aw

Inhoudsopgave