Configuratie-instellingen voor communicatie met een
computer
Geef het protocol en de poort op als u het apparaat via het netwerk vanaf een computer gebruikt. Ga het apparaat pas
configureren voor afdrukken vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd. Voor meer informatie
raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website met online handleidingen.
Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P. 47)
Printerpoorten configureren(P. 49)
Een printserver instellen(P. 53)
●
De hier uitgelegde protocollen zijn regels die moeten worden gevolgd voor het uitwisselen van
documentgegevens tussen een computer en het apparaat. U kunt een protocol selecteren op basis van het
doel van de bedoelde taken of de netwerkomgeving.
●
Poorten zijn gateways om data uit te wisselen tussen netwerkapparaten. Als er een communicatiefout
optreedt in de netwerkverbinding, wordt dit vaak veroorzaakt door onjuiste poortinstellingen.
Instellen
46
295C-00Y