Bijlage A – Storingsoplossing en hulp bij storingen
f) Bij het oproepen van lichtscènes of de functie Komen blijft een
draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals altijd uitgeschakeld,
hoewel een andere helderheidswaarde opgeslagen moet zijn.
Lichtscène: Neem de aanwijzing bij de draadloze verzonken schakelactor
1-kanaals in het hoofdstuk 3.3.1 "Opslaan en wijzigen van lichtscènes" in
de bedieningshandleiding in acht.
Komen-functie: Neem de aanwijzing bij de draadloze verzonken schakel-
actor 1kanaals in het hoofdstuk 5.2 "De functie Komen / Gaan" in de
bedieningshandleiding in acht.
g) Na activering van Alles-Uit of activering van de functie Gaan
schakelen één of meerdere actoren weer in.
Indien u dit niet wenst (bv. als noodverlichting) controleert u de
toegewezen speciale functies bij de desbetreffende actoren. Lees
daarvoor het hoofdstuk 5.4. "Speciale functies" van de bedienings-
handleiding. Is bij deze actoren een vertragingstijd ingesteld en een actie
(bv. inschakelen) gedefinieerd, dan stelt u bij vertraging "0 min" en bij
actie "<geen functie>" in.
h) Een verbinding reageert niet
Controleer of de verbinding geactiveerd is. Lees daarvoor in de
bedieningshandleiding het hoofdstuk 3.2.2 "Activeren en uitschakelen
van verbindingen". Controleer verder of de gedefinieerde tijd (dag en uur)
en een eventueel vastgelegde voorwaarde zijn vervuld.
i) Verbindingen reageren niet op een met batterijen gevoede zender
(bv. hand- of wandzender)
Controleer eerst de mogelijke oplossingen onder (h). Controleer dan de
batterijtoestand van de zenderbatterijen door een zenderdiagnose uit te
voeren. Lees daarvoor in de bedieningshandleiding het hoofdstuk 7.0
"Zenderdiagnose".
- 194 -