Bougie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren. Controleer of
de elektrodenafstand correct is voordat u de bougie(s)
monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren
van de bougie(s) en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand.
Type: Champion RC12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
De bougie(s) verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Open de motorkap.
3. Trek de kabel(s) van de bougie(s) (Fig. 29). Maak de
omgeving van de bougie(s) schoon om te voorkomen
dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan
veroorzaken.
4. Verwijder de bougies en de metalen ring.
1
Figuur 29
1. Bougiekabel
Bougie(s) controleren
1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 30). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk
Bougie(s) nooit schoonmaken. Bougie(s)
altijd vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de midden- en
zij-elektroden (Fig. 30). De zij-elektrode verbuigen
(Fig. 30) om de juiste afstand in te stellen indien dit
nodig is.
2
1
Figuur 30
1. Middenelektrode met
isolator
2. Zij-elektrode
Monteer de bougie(s)
1. Monteer de bougies en de metalen ring. Controleer of
de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie(s) vast met een torsie van 20,4 Nm.
3. Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Fig. 29).
4. Sluit de motorkap.
30
3
0,76 mm
1870
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)