Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—De
bougie vervangen, reinigen en
afstellen.
VOORZICHTIG
Motoren kunnen extreem heet worden tijdens
normaal gebruik.
Laat de motor afkoelen voordat u
onderhoud uitvoert aan de bougie of
onderhoudswerkzaamheden aan de motor
uitvoert.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type bougie: NGK
®
BPR4ES of gelijkwaardig
Elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougie verwijderen
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maai-eenheden neer en stel de parkeerrem
in werking.
2.
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
3.
Zoek de doppen van de bougies.
4.
Maak de omgeving van de doppen van de
bougies schoon zodat er geen vuil in de cilinder
kan terechtkomen.
5.
Maak de doppen van de bougies los van de
bougies
(Figuur
45).
Figuur 45
6.
Verwijder de bougies van de motor.
De bougie controleren en reinigen
Belangrijk:
Verwijder een bougie altijd als deze
een zwarte laag heeft, als de elektroden versleten
zijn, als er een vettige laag op ligt of als de bougie
scheuren vertoont.
1.
Reinig de bougie met een staalborstel om
koolstofaanslag te verwijderen.
Gebruik caburateurreiniger om de bougie
schoon te maken en zorg ervoor dat al het vuil
is verwijderd.
2.
Controleer de bougies op scheuren, versleten
elektrodes, een zwarte laag, een vettige laag of
andere slijtage of beschadiging.
3.
Vervang de bougie indien nodig. Vervang
alle bougies als er slechts één moet worden
vervangen.
4.
Meet de elektrodenafstand en stel deze opnieuw
in indien nodig. Om de afstand te veranderen,
mag u enkel de massa-elektrode verbuigen met
bougiegereedschap.
Stel de afstand in op 0,75 mm.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Bougie monteren
Raadpleeg
Figuur 47
1.
Monteer de bougie op de motor.
2.
Draai de bougie aan met 22 N∙m.
3.
Sluit de doppen van de bougies terug aan.
g008791
45
Figuur 46
voor deze procedure.
Figuur 47
g008794
g008795