Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Xerox WorkCentre 5945 Handleiding Voor De Gebruiker pagina 514

Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5945:
Inhoudsopgave

Advertenties

Afdrukken
Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit
verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de
systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Met de optie Perforeren kunt u het apparaat in elke afgedrukte pagina gaten laten maken. Elk vel
wordt afzonderlijk geperforeerd. Er is dus geen beperking voor het aantal pagina's per set.
Perforeren kan alleen worden geselecteerd voor A4-papier LKE (8,5 x 11 inch LKE) en A3-papier (11
x 17 inch).
Opmerking:
KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het
apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt
neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve
gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer Perforeren in het menu Afwerking.
7. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
8. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
9. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
10. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven.
11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een document afdrukken met de Mac-printerdriver
Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de Mac-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
512
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Workcentre 5955

Inhoudsopgave