Afdrukken
Meer informatie
Een document afdrukken met de Mac-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Papier in de handmatige invoer plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 4 plaatsen
Papier in lade 3 plaatsen
Papier in lade 2 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Afwijkende documentpagina's instellen via de Mac-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U
kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur
papier.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Speciale pagina's in het selectiemenu Xerox-toepassingen.
6. Klik op de toets Afwijkende documentpagina's.
Opmerking:
Als de toets Afwijkende documentpagina's grijs wordt weergegeven, hebt u een
afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit
slechts 1 pagina.
7. Klik op het invoervak Pagina's en voer het aantal uitzonderingspagina's in het brondocument
in via het toetsenbord.
8. Selecteer de gewenste papieroptie(s). U kunt een specifiek papierformaat, een specifieke
papiersoort en -kleur selecteren. U kunt ook aangeven dat de invoegingen afgedrukt moeten
worden met de bestaande opdrachtinstellingen.
9. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken.
•
Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee worden de instellingen gebruikt die al zijn
ingevoerd voor de opdracht.
•
1-zijdig afdrukken: hiermee wordt op 1 zijde van het papier of de transparant afgedrukt.
Gebruik deze optie voor het afdrukken op transparanten, enveloppen of etiketten.
Handleiding voor de gebruiker
®
WorkCentre
5945/5955
523