b
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
c
Label gefluoreerde broeikasgassen
d
Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen
e
Afvoeraansluiting
f
Zakje met schroeven. De schroeven worden gebruikt voro
het vastleggen van de kabelbevestigingen van de
elektriciteitsdraden.
g
Afvoerdeksel (klein)
h
Afvoerdeksel (groot)
i
Verloopstuk
j
Energielabel
4
Over de units en opties
4.1
Overzicht: Over de units en opties
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
▪ Identificatie van de buitenunit
4.2
Identificatie
OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of
onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te
verwisselen tussen verschillende modellen.
4.2.1
Identificatielabel: Buitenunit
Plaats
5
Voorbereiding
5.1
Overzicht: Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
5.2
Installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden
afgedekt.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1 – 2019.10
4 Over de units en opties
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
WAARSCHUWING
Installeer de airconditioner NIET op een plaats waar een
lek van ontvlambaar gas mogelijk is. Als het gas weglekt
en rond de airconditioner blijft hangen, kan brand ontstaan.
▪ Installeer de units, voedingskabels en communicatiebedrading op
minstens 3 m van televisietoestellen of radio's om storingen te
voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand
van 3 m soms niet.
▪ Voorwerpen onder de unit kunnen schade oplopen door water van
de afvoer.
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de
vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen
worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn
dan de minimum vloeroppervlakte. Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval
van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de
montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
(bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)
▪ Lokale leidingen in ruimtes zonder ventilatie
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
5.2.1
Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
▪ Vereisten
voor
hoogteverschil). Zie ook verder in dit hoofdstuk over de
voorbereiding.
Let op de volgende richtlijnen voor de benodigde ruimte:
>100
>350
b
a
(mm)
a
Luchtuitlaat
b
Luchtinlaat
Voorzie een werkruimte van 300 mm onder het plafond en 250 mm
voor servicewerkzaamheden aan de leidingen de elektriciteit.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
koelmiddelleidingen
(lengte,
b
>100
a
>50
(mm)
9