Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen met de
magnetronfunctie kan het kookpunt worden bereikt, zonder dat de
bekende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijk-
matig. Als u een glas of beker uit de oven haalt, kan de vloeistof in-
eens gaan borrelen en overkoken. Verbrandingsgevaar!
Als de vloeistof nog in de oven staat en plotseling gaat koken, kan
de deur openspringen. Kans op letsel en beschadigingen! U voor-
komt dit probleem door de vloeistof voor het verhitten om te roeren.
Wacht na het verwarmen minstens 20 seconden, voordat u het glas
uit de oven haalt. U kunt tijdens de bereiding ook een glazen staafje
of een lepel in het glas zetten.
Laat de deur van het apparaat dicht als het gerecht in de oven-
ruimte rook ontwikkelt. Eventuele vlammen worden zo gedoofd.
Stop de bereiding door de magnetron uit te schakelen en trek de
stekker uit het stopcontact.
Open de deur pas als de rook is weggetrokken.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Gebruik het
apparaat niet om ermee te frituren. Blus een brand met olie of vet
nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen door
de deur gesloten te houden.
Brandbare voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde appa-
raat kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het ap-
paraat nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Als u bij de bereiding van gerechten alcoholhoudende dranken ge-
bruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij hoge tempera-
turen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken. Verhit nooit
onverdunde alcohol. Brandgevaar!
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het apparaat
corrosie veroorzaken. Ook het bedieningspaneel, het werkblad en de
ombouwkast kunnen beschadigd raken. Dek gerechten daarom af.
10