4. Configuratie
7.
Druk op [ ] of [ ] om [IP-adres] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
IPv4-config.:
IP-adres
8.
Druk op [ ] of [ ] om het adres in te voeren en druk daarna op de [OK]-knop.
IP-adres:
0.0.0.0
Druk op [ ] of [ ] om het meest linker invoerveld van het adres in te voeren. Nadat u het linkerveld
heeft ingevoerd, drukt u op de [OK]-knop en kunt u het volgende veld invoeren. Nadat u alle
velden heeft ingevuld, drukt u op de [OK]-knop.
9.
Gebruik deze methode om het subnetmasker en gateway-adres toe te wijzen.
10.
Druk op de [Menu]-knop.
11.
Als u gevraagd wordt de printer opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna
weer aan.
12.
Druk een configuratiepagina af om de gemaakte instellingen te controleren.
• Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina met het bedieningspaneel, zie
Pag.31 "Testpagina afdrukken".
Automatisch een IP-adres voor IPv4 ontvangen (DHCP)
• Wanneer u dit printerprotocol gebruikt in een DHCP-omgeving met IPv4-protocol, selecteert u
[DHCP] met behulp van de volgende procedure.
• Als [DHCP] is geselecteerd, kunt u geen instellingen opgeven voor de volgende onderdelen:
• IP-adres
• Subnetmasker
• Gateway-adres
• Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor informatie over het maken van netwerkinstellingen.
44