1. Overzicht van de printer
Bedieningspaneel
1. [Stop/Start]-knop
Als u op deze knop drukt, ontvangt de printer geen gegevens meer en is afdrukken niet mogelijk.
2. [Job Reset]-knop
Druk op deze knop om een klus te annuleren die afgedrukt wordt.
3. [Menu]-knop
Druk op deze knop om printerinstellingen te definiëren en te controleren.
Druk nogmaals op de [Menu]-knop om terug te gaan naar de stand gereed.
4. Display
Geeft de huidige printerstatus en foutmeldingen weer.
5. [Escape]-knop
Druk op deze knop om een handeling te annuleren of terug te gaan naar het vorige scherm.
6. [OK]-knop
Druk op deze knop om instellingen en instellingswaarden te bevestigen of om naar het volgende menuniveau
te gaan.
7. Scrolltoetsen
Druk deze in om de cursor in elke richting te verplaatsen, stap voor stap.
8. Indicatielampje Inkomende gegevens
Dit lampje knippert wanneer de printer gegevens van een computer ontvangt. Het indicatielampje Inkomende
gegevens brandt als er gegevens zijn om af te drukken.
9. Waarschuwingsindicatielampje
Gaat rood branden als er printerfoutmeldingen zijn. Gebruik het display om de foutmelding te bekijken.
Knippert geel als de toner bijna op is.
10. Indicatielampje apparaat aan/uit
Dit indicatielampje brandt wanneer het apparaat is ingeschakeld. Het brandt niet als het apparaat uit staat.
16
1
2
3
10
9
8
4
5
7
6
CER019