5. Papier en overige media
afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt gedetecteerd en begint automatisch
weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het bedieningspaneel.
Papier plaatsen in de handinvoer
• Zorg voor het afdrukken op al het papier behalve enveloppen dat de fuseereenheidshendels
achter de voorklep omhoog staan. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken
met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen.
• Stel het formaat van het geplaatste papier in met het bedieningspaneel of het
printerstuurprogramma. Zorg dat de instellingen met elkaar overeenkomen. Als dit niet zo is, kan
dit een papierstoring tot gevolg hebben of de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
• Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden en in de invoerrichting naar de korte zijde.
• Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk.
• U kunt de handinvoer niet gebruiken om papier te plaatsen dat een specifieke afdrukpositie vereist
(zoals voorbedrukt papier). Gebruik Lade 1 voor zulk papier.
• Als papier gekruld is, maak het dan vlak voordat u het plaatst door het papier bijvoorbeeld in de
tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
• Plaats geen papier terwijl de printer bezig is met afdrukken.
• Lade 1 en 2 zijn niet beschikbaar als er papier geplaatst wordt in de handinvoerlade.
• U kunt geen papier plaatsen wanneer de printer in de Energiespaarstand staat. Om de
Energiespaarstand uit te schakelen, drukt u op de [Stop/Start]-knop op het bedieningspaneel.
1.
Voer de bovenrand van het papier in de printer.
82
CER052