— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Naald handmatig inrijgen
(zonder de naaldinrijger te gebruiken)
Wanneer u een speciale draad, draad van 130/20 of
dikker, de platte naald of de tweelingnaald gebruikt –
u kunt dan niet werken met de naaldinrijger – rijgt u
de naald als volgt in.
a
Leid de draad achter de draadgeleider aan de
naaldstang.
• Zie "Bovendraad inrijgen" (pagina 28) voor
meer informatie.
b
Breng de persvoethendel omlaag.
a Persvoethendel
Leid de draad van voren naar achteren door
c
het oog van de naald.
d
Zet de persvoethendel omhoog. Leid het
uiteinde van de draad door de persvoet en trek
ongeveer 5 cm draad (2 inch) naar de
achterkant van de machine.
1
Werken met de tweelingnaald
Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen
van dezelfde steek naaien met twee verschillende
draden. Beide bovendraden moeten van dezelfde
dikte en kwaliteit zijn. Gebruik de tweelingnaald, de
extra klospen en de kloskap.
Meer informatie over steken die u kunt naaien met de
tweelingnaald vindt u in "Steekinstellingen" (pagina
134).
VOORZICHTIG
● Gebruik uitsluitend de tweelingnaald
(onderdeelcode: X59296-151). Wanneer u
een andere naald gebruikt, kan de naald
breken of kan de machine beschadigd raken.
● Gebruik nooit verbogen naalden.
Verbogen naalden kunnen gemakkelijk
breken, wat letsel kan veroorzaken.
a
Plaats de tweelingnaald.
• Zie "Naald verwisselen" (pagina 39) voor meer
informatie over het bevestigen van een naald.
Rijg de bovendraad voor de linkernaald in.
b
• Voor bijzonderheden, zie stap
"Bovendraad inrijgen" (pagina 28).
c
Rijg de bovendraad handmatig door het oog
van de linkernaald.
Leid de draad van voren naar achteren door het
oog van de naald.
• Met de tweelingnaald kunt u de naaldinrijger
niet gebruiken. Wanneer u de naaldinrijger
gebruikt met de tweelingnaald, kan de
naaimachine beschadigd raken.
a
k
t/m
van
Bovendraad inrijgen 33
1