— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Basissteken
a
Rijg of speld de stukken stof bijeen.
b
Bevestig zigzagvoet "J".
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
c
Selecteer een steek.
• Zie "Steken selecteren" (pagina 72) voor
meer informatie.
d
Breng de naald omlaag in de stof aan het begin
van het stiksel.
e
Begin met naaien.
• Zie "Beginnen met naaien" (pagina 52) voor
meer informatie.
• Zie "Naaiwerk verstevigen" (pagina 54) voor
meer informatie over achteruit/
verstevigingssteken.
f
Knip de draad af wanneer het naaiwerk is
voltooid.
• Zie "Draad afknippen" (pagina 55) voor meer
informatie.
J
■ Naaldstand wijzigen
De naaldstand die wordt gebruikt als de nullijn
verschillend is voor de rechte steek (linker
naaldstand) en de rechte steek (middelste
naaldstand).
1
a Rechte steek (linker naaldstand)
b Rechte steek (middelste naaldstand)
Wanneer de steekbreedte van de rechte steek
(linker naaldstand) is ingesteld op de
standaardinstelling (0,0 mm), is de afstand van de
naaldstand tot de rechterkant van de persvoet
12 mm (1/2 inch). Wanneer u de steekbreedte
wijzigt (tussen 0 en 7 mm (1/4 inch)), verandert
ook de naaldstand. Door de steekbreedte te
wijzigen en te naaien met de rechterkant van de
persvoet op één lijn met de rand van de stof, kunt
u een marge naaien met een vaste breedte.
0.0
2.0
3
4
a Steekbreedte-instelling
b Afstand van de naaldstand tot de rechterkant van
de persvoet
c 12,0 mm (1/2 inch)
d 10,0 mm (3/8 inch)
e 6,5 mm (1/4 inch)
f 5,0 mm (3/16 inch)
• Zie "Steekbreedte aanpassen" (pagina 58) voor
meer informatie.
2
1
5.5
7.0
5
6
2
Basissteken 81
3