Paneelcontroller
20
Reset
Dit hoofdstuk bevat informatie over het resetten van elementen.
Tijdens het resetten wordt de oorspronkelijke status van de geselecteerde elementen
hersteld.
–
–
–
–
–
AANWIJZING!
i
Als het Bereik een (lokale) centrale omvat, hebben de lijstvelden Deze centrale en Bereik
dezelfde functie.
20.1
Menuoverzicht
Reset
20.2
Elementen resetten
Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een melder of detectiezone resetten:
1.
2.
3.
4.
5.
AANWIJZING!
i
Zolang de er nog steeds elementen worden gereset, kan niets worden ingevoerd.
Als een lijstveld is gemarkeerd met de letter R, dan is de resetprocedure nog niet voltooid
voor dit element.
Tekst
Als een element niet kan worden gereset, blijft het vermeld in de lijst.
Nadat de elementen zijn gereset, wordt het stand-by-display weergegeven.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Meldingstype: Een lijst van alle meldingstypen weergeven. De meldingstypen kunnen
worden gereset voor het volledige Bereik.
Bereik: Afhankelijk van het ingestelde Bereik in FSP-5000-RPS, wordt de huidige centrale
of worden alle centrales in een groep of alle centrales in het volledige netwerk gereset.
Detectiezone
Detector
Deze centrale: Alle elementen van de centrale die zich niet in de stand-by-modus
bevinden, worden gereset.
-> Meldingstype
Detectiezone
Kies Reset in het startmenu.
Selecteer het gewenste element.
Selecteer de melder of zone. Zie Paragraaf 5.6.1 In lijsten navigeren, Pagina 28 voor
informatie over het navigeren in een lijst.
Selecteer de gewenste lijstvelden.
De lijstvelden worden gemarkeerd.
Een lijst van de melders of zones wordt weergegeven.
Kies Reset.
De geselecteerde elementen worden gereset.
R
Gebruikershandleiding
Bereik
Detector
Deze centrale
F.01U.076.978 | 5.0 | 2009.06
Reset | nl
92