Inbedrijfname
5.4
Oproepen van de Quick Setup inbedrijfname
Met de Quick Setup worden alle voor de inbedrijfname noodzakelijke functies automatisch
opgeroepen. De functies kunnen worden veranderd en zo aan het betreffende proces worden
aangepast.
F Benaderen van de functiematrix (uitgaande van de weergave van de meetwaarde)
1.
P Keuze groep QUICK SETUP
2.
F Keuze bevestigen
3.
Weergave functie QUICK SETUP COMMISSIONING verschijnt.
4.
Tussenstap bij geblokkeerde parametrering:
P Invoer van de code 53 (telkens met F bevestigen) en daarmee vrijgave van de
parametrering
P Sprong naar Commissioning Quick Setup
5.
P Keuze YES
6.
F Keuze bevestigen
F Start Commissioning Quick Setup
7.
8.
Parametreren van de afzonderlijke functies/instellingen:
– via P-toets keuze of invoer getal
– via F-toets invoer bevestigen en sprong naar volgende functie
– via Q-toets terugkeer naar functie setup-inbedrijfname
(al uitgevoerde parametreringen blijven behouden)
!
Opmerking!
Bij het uitvoeren van de Quick Setup moet op het volgende worden gelet:
• Keuze van de voorinstelling: ACTUAL SETTING kiezen
• Keuze van de eenheden: na de parametrering van een eenheid wordt deze niet opnieuw voor
selectie aangeboden
• Keuze van de uitgangen: na de parametrering van een uitgang wordt deze niet opnieuw voor
selectie aangeboden
• Automatische parametrering van de weergave: de keuze YES kiezen
– Hoofdregel = massaflow
– Extra regel = totaalteller 1
– Informatieregel = bedrijfs-/systeemtoestand
• Bij de vraag of andere Quick Setups moeten worden uitgevoerd: NO kiezen
In de handleiding "Beschrijving instrumentfuncties" zijn alle beschikbare functies van het
meetinstrument en de instelmogelijkheden en, inden beschikbaar, ook andere Quick Setups
exact beschreven. De bijbehorende handleiding staat op de CD-ROM.
Na afronding van de Quick Setup is het meetinstrument gereed voor gebruik.
40
Proline Promag 53
Endress+Hauser