Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Toebehoren; Inbedrijfstelling; Algemene Inbedrijfstelling Van De Bedieningseenheid; Inbedrijfstelling Van Het Systeem, Configuratie - Bosch HPC 410 Installatiehandleiding

Bedieningseenheid ems 2
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling

Voor beide typen regeling kan een afstandsbediening in de referentie-
ruimte worden geïnstalleerd, om de invloed van de gemeten en gewenste
kamertemperatuur mogelijk te maken. De stooklijn wordt dan overeen-
komstig aangepast.
Wanneer het koelen actief is, wordt op een instelbare, constante tempe-
ratuur geregeld.
2.3

Aanvullende toebehoren

Functiemodules en bedieningseenheden van het EMS 2 regelsysteem:
1)
• Bedieningseenheid CR10
• Bedieningseenheid CR10H als eenvoudige kamerthermostaat met
optie voor meting van de relatieve luchtvochtigheid (voor verwar-
mings- en koelcircuit).
• MM 100: module voor een verwarmings- en koelcircuit met meng-
klep.
2)
• MP 100:
module voor een zwembad.
2)
• MS 100:
module voor solarwarmwaterbereiding.
2)
• MS 200:
module voor geavanceerde solarsystemen.
Met de volgende producten is de combinatie niet mogelijk:
• FR..., FW..., TF..., TR..., TA...
3
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Bij activeren van de functie "Extra warm water" zijn warmwatertempera-
turen boven 60 °C mogelijk. Daarom moet een menginrichting worden
geïnstalleerd.
OPMERKING
Schade aan de vloer!
Bij te hoge temperaturen is schade aan de vloer mogelijk.
▶ Let erop bij vloerverwarming, dat de maximale temperatuur van het
betreffende vloertype niet wordt overschreden.
▶ Eventueel een extra temperatuurbewaking op de spanningsingang
van de betreffende circulatiepomp of op een van de externe ingangen
aansluiten.
3.1
Algemene inbedrijfstelling van de bedieningseen-
heid
1. Toebehoren correct coderen (handleidingen van de module aanhou-
den).
2. Schakel de installatie in.
3. Indien geïnstalleerd, inbedrijfstelling van de kamerthermostaat
(houd de bedieningshandleiding van de kamerthermostaat aan).
4. Nadat de bedieningseenheid HPC 410 is aangesloten op de voe-
dingsspanning, verschijnt het menu Taal op het display. Voer de in-
stellingen uit door draaien en indrukken van de keuzetoets.
5. Taal instellen.
Het display gaat over naar het menu Datum.
6. Stel de datum in en bevestig met Verder.
Het display gaat over naar het menu Tijd.
7. Stel de tijd in en bevestig met Verder.
Het display gaat over naar het menu Landinformatie.
8. Stel het land in en bevestigen.
Het display gaat over naar het menu Buffervat.
1) Dit toebehoren is niet leverbaar in IE en UK.
4
als een eenvoudige kamerthermostaat.
9. Kies Ja wanneer een buffervat is geïnstalleerd en bevestig dit. Kies
2)
anders Nee en bevestig dit
Het display gaat over naar het menu Configuratieassistent.
10.Start de configuratieassistent met Ja (of met Nee overslaan).
11.Controleer en, indien nodig, voer de instellingen uit in het serviceme-
nu en configureer specifieke modules (bijvoorbeeld solarsysteem).
12.Hef eventueel waarschuwings- en storingsmeldingen op, indien no-
dig, en reset de storingshistoriek.
13.Benoem cv-circuits ( bedieningshandleiding).
14.Overdragen installatie ( hoofdstuk 3.6).
3.2
Inbedrijfstelling van het systeem, configuratie-assis-
tent
De configuratieassistent herkent automatisch, welke BUS-deelnemers in
de installatie zijn geïnstalleerd. De configuratieassistent past het menu
en de voorinstellingen daarop aan.
De systeemanalyse kan tot een minuut duren.
Na de systeemanalyse door de configuratieassistent wordt het menu In-
gebruikname geopend. Controleer hier de submenu's en instellingen,
pas deze eventueel aan en bevestig deze vervolgens.
Wanneer de systeemanalyse werd overgeslagen, wordt het menu Inge-
bruikname direct geopend. Pas de hier genoemde submenu's en instel-
lingen zorgvuldig aan op de geïnstalleerde installatie. Bevestig als
afsluiting de instellingen.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Landinformatie
Stel het land in en bevestigen.
Buffervat
Kies [Ja] wanneer een buffervat is geïnstalleerd. Kies
anders [Nee] en bevestig dit.
Configuratieassistent starten
[Ja] | [Nee]: controleer voor de start van de configu-
ratieassistent:
• dat alle aangesloten modules geïnstalleerd en ge-
adresseerd zijn.
• dat een buitentemperatuursensor is geïnstal-
leerd.
Min. buiten-
Dimensioneringstemperatuur van de installatie (bui-
temp.
tentemperatuur) bepalen. Deze waarde komt over-
een met de laagste gemiddelde buitentemperatuur in
de betreffende klimaatregio. De instelling komt over-
een met het punt, waarop de warmteproducent de
hoogste aanvoertemperatuur bereikt, en heeft dus
invloed op de steilheid van de stooklijn.
VC0 ventiel aan-
Stel dit in wanneer een 3-wegklep tussen buffervat
gesloten
en warmtepomp/binnenunit is geïnstalleerd.
Extra warmtebr.
[Nt geïnstalleerd]
kiezen
[Elektrische bijverwarming serieel]: deze keuze be-
treft een geïntegreerde elektrische verwarming.
[Bijverw. met menger excl.]: deze keuze betreft een
externe bijverwarming, die alleen werkt, wanneer de
warmtepomp uit is.
[Bijverw. met menger parallel]: deze keuze betreft
een externe bijverwarming, die parallel met de
warmtepomp mag werken.
[Hybride]: deze keuze betreft een externe bijverwar-
ming, die afhankelijk van de energieprijzen in plaats
van de warmtepomp mag werken.
2) De optie buffervat is niet beschikbaar voor lucht/water-binnenunits met
geïntegreerd buffervat (AWMB).
.
HPC 410 – 6721824048 (2021/09)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave