Alarm
Alarmtypen
Centralebesturing
In het hoofdstuk Brandalarm wordt beschreven hoe er dient te worden
gereageerd op een brandalarm.
Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen:
" Alarmtypen
" Vetragingstijd
" Dag− en nachtstand
" Alarmmelding op de brandmeldcentrale
Raadpleeg het hoofdstuk Brandalarm voor de volgende onderwerpen:
H Een melding bevestigen
H De interne signaaltoon uitschakelen
H Externe signaalgevers in− en uitschakelen
H Externe signaalgevers en doormelding resetten
H Verificatie activeren
H Melders uitschakelen
Afhankelijk van de programmering kan de manier waarop alarmdisplays
worden weergegeven en behandeld in deze handleiding afwijken van de
specifieke situatie op locatie.
De centralebesturing maakt onderscheid tussen de volgende typen
alarmmeldingen:
H Brand
H Temperatuur (warmte)
H Rook
H Water
H Inbraak (inbraakdetectiesysteem)
Afhankelijk van de programmering kan externe doormelding (bijvoorbeeld
voor een melding aan de brandweer), signaalgevers (bijvoorbeeld sirenes
en/of zwaailichten) of brandbestrijdingssystemen (bijvoorbeeld sprinklers,
branddeuren) worden geactiveerd.
Als een vertraging is geprogrammeerd voor de melder die het alarm
genereert, wordt het alarmsignaal niet onmiddellijk doorgegeven, maar is er
nog tijd om de melding te controleren; zie Vertragingstijd.
33 van 134