Parameter
Default
Delta control
0.1
p = XXX.X [bar]
Delta stop
0.5
p = XX.X [bar]
Ki
XXX
Kp
XXX
Pump DOL 1
OFF
ON/OFF
Pump DOL 2
OFF
ON/OFF
COMBO
OFF
ON/OFF
Indirizzo
01
XX
Alternance
ON
ON/OFF
Altern. period
0
t = XX [h]
COMBO synchrony
OFF
ON/OFF
Start delay AUX
00
t = XX [s]
PI control
Direct
Direct/Reverse
Periodic autorun
00
t = XX [h]
VASCO - VAriable Speed COntroller
Omschrijving
Deze parameter geeft aan hoe ver de gemeten waarde moet
dalen ten opzichte van de ingestelde waarde, wil de pomp
tijdens stilstand in regelintegrator opnieuw worden opgestart.
Hz
3
5
2
1
1: Min motor freq.; 2: Freq.min.control ; 3: Delta control; 4: Set
value; 5: Stop delay; 6: Control ramp
Deze parameter vertegenwoordigt de toename van de geme-
ten waarde ten opzichte van de ingestelde waarde die moet
worden overschreden, wil de pomp volgens de stopintegrator
geforceerd worden uitgeschakeld.
Integrale coëfficiënt gebruikt in constante waarde regeling.
Proportionele coëfficiënt gebruikt bij regeling met constante
waarde.
In- of uitschakelen van hulppomp 1 bij vast toerental (D.O.L.)
In- of uitschakelen van hulppomp 2 met vast toerental (D.O.L.)
Inschakeling van de functie COMBO voor de gecombineerde
werking van meerdere pompen in parallel. Lees het relevante
hoofdstuk.
Apparaatadres in COMBO-modus:
• 0 : master
• 01 tot 07: slaaf
Afwisseling mogelijk maken tussen COMBO en D.O.L. units.
De volgorde van de werking wordt afgewisseld op basis van
de vorige inbedrijfstelling van elke pomp, ten einde een vrijwel
gelijkmatige slijtage van de pompen te verkrijgen.
Maximaal verschil in bedrijfsuren tussen verschillende appara-
ten in de groep.
0 betekent 5 minuten.
Deze parameter kan worden gebruikt om de synchrone werk-
ing van de pompen in COMBO te activeren. Lees het relevante
hoofdstuk.
Het is echter noodzakelijk de parameter Freq.min.control dien-
overeenkomstig te verlagen.
Tijdsvertraging waarmee pompen in een groep opstarten nadat
de pomp met variabel toerental de maximale motorfrequentie
heeft bereikt en de gemeten waarde onder het verschil Set
value - Delta controlis gezakt.
PI-regelmodus:
• DirectNaarmate het toerental van de pomp toeneemt, neemt
de gemeten waarde toe.
• ReverseNaarmate het toerental van de pomp toeneemt,
daalt de gemeten waarde.
Periodieke opstart van de pomp na X uren van inactiviteit. Een
waarde van 0 schakelt de functie uit.
1
x
bar
4
6
sec
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2
3
4
5
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
41