5.5 Aanzetten
Om precieze resultaten te krijgen dient het toestel een juiste werkingstemperatuur te
bereiken (zie "Opwarmingstijd", hoofdstuk 1).
Tijdens de opwarming moet het toestel elektrisch gevoed worden.
De nauwkeurigheid van het toestel is van lokale valversnelling afhankelijk.
Men dient de voorschriften van het hoofdstuk "Justeren" absoluut te volgen.
5.6 Randapparatuur aansluiten
Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan de
gegevensinterface dient de vochtbepaler noodzakelijk van netwerk te worden
gescheiden.
Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan het
toestel worden aangepast, mogen worden gebruikt.
29
DBS-BA-nl-1714