Specificaties
7.4 Bescherming en functies
Bescherming en functies
•
Thermo-elektronische motorbeveiliging tegen overbelasting.
•
Temperatuurbewaking van het koellichaam zorgt ervoor dat de frequentieomvormer uitschakelt wanneer een
temperatuur van 90 °C ± 5 °C wordt bereikt. Een temperatuuroverbelasting kan pas worden gereset als de
temperatuur van het koellichaam onder de 70 °C ± 5 °C is gezakt (richtlijn: deze temperatuur kan variëren op basis
van vermogensklasse, behuizing enz.). De autoreductiefunctie van de frequentieomvormer voorkomt dat het
koellichaam een temperatuur van 90 °C bereikt.
•
De frequentieomvormer is beveiligd tegen kortsluiting tussen de motorklemmen U, V, W.
•
Als er een motorfase ontbreekt, schakelt de frequentieomvormer uit (trip) en genereert hij een alarm.
•
Als er een netfase ontbreekt, schakelt de frequentieomvormer uit (trip) en genereert hij een waarschuwing
(afhankelijk van de belasting).
•
Bewaking van de tussenkringspanning zorgt ervoor dat de frequentieomvormer wordt uitgeschakeld als de tussen-
kringspanning te laag of te hoog is.
•
De frequentieomvormer is beveiligd tegen aardfouten op de motorklemmen U, V, W.
•
Alle stuurklemmen en de relaisklemmen 01-03/04-06 voldoen aan de PELV-eisen (PELV = Protective Extra Low
Voltage). Dit geldt echter niet voor een driehoekschakeling boven 400 V en één zijde geaard.
7.5 Omgevingscondities
Omgeving
Behuizing
Stationaire trilling (IEC 60721-3-3 klasse 3M6)
Niet-stationaire trilling (IEC 60721-3-3 klasse 3M6)
Relatieve luchtvochtigheid (IEC 60721-3-3; klasse 3K4 (niet-condenserend))
Agressieve omgeving (IEC 60721-3-3)
Testmethode conform IEC 60068-2-43
Omgevingstemperatuur
Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf
Minimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf
Temperatuur tijdens opslag
Temperatuur tijdens transport
Maximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie
Maximumhoogte boven zeeniveau met reductie
Veiligheidsnormen
EMC-normen, emissie
EMC-normen, immuniteit
7.6 Kabelspecificaties
Kabellengte en dwarsdoorsnede
Max. lengte motorkabel, afgeschermd/gewapend
Max. kabeldoorsnede voor motor, net voor MH1-MH3.
Max. dwarsdoorsnede DC-klemmen op behuizingstype MH1-MH3
Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, draad met massieve kern
Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel
Minimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen
Max. dwarsdoorsnede voor thermistoringang (bij motorconnector)
MG03L210
Bedieningshandleiding
EN 61000-3-2, EN 61000-3-12, EN 55011, EN 61000-6-4
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
5-95% tijdens bedrijf
H2S (10 dagen)
40 °C (gemiddelde over 24 uur)
-25 tot +65 °C
-25 tot +70 °C
EN-IEC 60204-1, EN-IEC 61800-5-1, UL 508C
EN 61800-3, EN 61000-6-1/2
4 mm²/10 AWG
4 mm²/10 AWG
2,5 mm²/14 AWG
2,5 mm²/14 AWG
0,05 mm²/30 AWG
7
7
IP 54/Type 3R
2,0 g
25,0 g
Klasse 3C3
-10 °C
-20 °C
1000 m
3000 m
0,5 m
4,0 mm²
43