Figuur 15
1. Aandrijfas
2. Afstandsstuk
22.
Plaats de riem als volgt op de poelies:
•
Leg de riem rond de aangedreven poelie
en vervolgens over de bovenzijde van de
spanpoelie
(Figuur
Figuur 16
1. Aandrijfpoelie
2. Spanpoelie
•
Begin de riem aan te brengen op de
aandrijfpoelie
•
Terwijl u de riem op de aandrijfpoelie legt,
moet u de messenkooi vooruit draaien om
de riem op de aandrijfpoelie te trekken.
Opmerking:
of gebruik een stevige doek om de
messenkooi te draaien.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de ribbels op de
riem zich goed in de groeven van de poelies
bevinden. Zorg er ook voor dat de riem zich
in het midden van de spanpoelie bevindt.
23.
Druk de spanpoelie omlaag om te controleren of
het geheel vrij kan draaien.
24.
Controleer de uitlijning van de riem/poelies als
volgt:
3. Aandrijfpoelie
4. Draai de bout vast met
een torsie van 47-54 N·m.
16).
3. Aangedreven poelie
4. Riem
(Figuur
16).
Draag een dikke handschoen
•
De riem moet de juiste spanning hebben
voordat u de uitlijning controleert.
•
Leg een richtliniaal langs het buitenvlak
van de aandrijfpoelie
richtliniaal niet over beide poelies.
•
De buitenvlakken van de aandrijfpoelie en
de aangedreven poelie moeten op één
lijn staan, met een maximale speling van
0,76 mm.
•
Als de poelies niet uitgelijnd zijn: zie
uitlijnen (bladz.
•
Als de poelies op één lijn staan, gaat u
verder met de installatie.
g352162
•
Gebruik niet de spanpoelie om de uitlijning
te controleren.
Belangrijk:
begeven als de poelies niet goed zijn
uitgelijnd.
25.
Schuif de riemkap over de montagebouten en
g352173
bevestig deze met 2 flensmoeren
Belangrijk:
schade aan de klep te voorkomen.
1. Riemkap
26.
Smeer de nippels op de lagerbehuizingen
van de rolborstels en op de rest van het
8
(Figuur
17). Leg de
16).
De riem kan het voortijdig
Figuur 17
(Figuur
Draai de moeren niet te vast om
Figuur 18
Poelies
g352174
18).
g352176