5 Afdrukken
Eenvoudige afdruktaken
Een document afdrukken
5-8
OPMERKING:
Het is mogelijk dat het in deze gebruikshandleiding
afgebeelde venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma verschilt
van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het
printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
OPMERKING:
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de
printer. Zie Compatibiliteit met besturingssystemen onder Printerspecificaties in de
printerhandleiding.
OPMERKING:
De exacte naam van de printer vindt u op de bijgeleverde cd-rom.
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken
vanuit verschillende Windows-toepassingen. De precieze stappen voor het
afdrukken van een document kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing die
u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de
precieze afdrukprocedure.
1.
Open het document dat u wilt afdrukken.
2.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
verschijnt. Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders
uitzien.
U kunt de belangrijkste
afdrukinstellingen
selecteren in het venster
Afdrukken. Deze
instellingen omvatten het
aantal exemplaren en het
afdrukbereik.
3.
Selecteer uw
printerstuurprogramma
in de vervolgkeuzelijst
Naam.
4.
Om de printerfuncties van
uw printerstuurprogramma
te gebruiken, klikt u op
Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het afdrukvenster van de
toepassing. Zie Printerinstellingen op pagina 5-9 voor meer informatie.
Als er geen knop Eigenschappen of Voorkeursinstellingen wordt
weergegeven, selecteert u Instellingen, Printer of Opties in het
afdrukvenster. Klik in het volgende venster op Eigenschappen.
5.
Klik op OK om het venster met printereigenschappen te sluiten.
6.
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te
starten.
Zorg dat uw
printer is
geselecteerd.
Xerox PE220