Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weersafhankelijke Energiebalansregelaar; Energiebalansregeling; Regeling Gewenste Aanvoertemperatuur - Vaillant geoTHERM VWL 62/3 S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

peratuurwaarden mogelijk tot na het volgende verla-
gingstijdstip.
Spaarfunctie
Deze functie maakt u het direct verlagen van de
gewenste aanvoertemperatuur voor een instelbare peri-
ode mogelijk.
Eenmalige boilerlading
Deze functie maakt het u mogelijk om de boiler onafhan-
kelijk van het actuele tijdsprogramma één keer op te
laden (op te warmen).
Geluidsvermindering
Deze functie maakt het u mogelijk om de geluidsemissie
van de buiteneenheid aan de wettelijke vereisten aan te
passen.
Afwerklaagdroging
Deze functie maakt het droogstoken van afwerklagen
mogelijk. De instelling gebeurt door de installateur.
Legionellabeveiliging
Deze functie maakt het doden van kiemen in de boiler
en in de buisleidingen mogelijk. De instelling gebeurt
door de installateur.
Onderhoud op afstand
Deze functie maakt de diagnose en de instelling van de
regelaar via vrDIALOG of vrnetDIALOG door de installa-
teur mogelijk.
3.3

Weersafhankelijke energiebalansregelaar

Het warmtepompsysteem is met een weersafhankelijke
energiebalansregelaar uitgerust die afhankelijk van het
regelingstype het CV- en warmwaterbedrijf ter beschik-
king stelt en in het automatische bedrijf regelt.
De regelaar zorgt voor een hoger verwarmingsvermo-
gen als de buitentemperaturen laag zijn. Bij hogere bui-
tentemperaturen verlaagt de regelaar het verwarmings-
vermogen. De buitentemperatuur wordt door een afzon-
derlijke, in de open lucht gemonteerde voeler gemeten
en naar de regelaar geleid.
De kamertemperatuur is alleen van uw voorinstellingen
afhankelijk. Invloeden van de buitentemperatuur worden
gecompenseerd.
De warmwaterbereiding wordt door de weersafhanke-
lijke regeling niet beïnvloed.
De installateur stelt een bij uw CV-installatie passend
regelschema in de regelaar van de warmtepomp in.
Afhankelijk van welk regelschema ingesteld is, voert de
regelaar een energiebalansregeling of een gewenste
aanvoertemperatuurregeling uit. Voor een installatie
zonder warmwaterbuffervat voert de regelaar een ener-
giebalansregeling uit. Voor een installatie met warmwa-
Gebruiksaanwijzing geoTHERM plus 0020106303_01
Systeemopbouw en systeemfuncties 3
terbuffervat voert de regelaar een gewenste aanvoer-
temperatuurregeling uit.
3.3.1

Energiebalansregeling

De energiebalansregeling geldt alleen voor CV-installa-
ties zonder warmwaterbuffervat.
Voor een rendabele en storingvrije werking van een
warmtepompsysteem is het belangrijk de start van de
compressor te reglementeren. De aanloop van de com-
pressor is het moment waarop de hoogste belastingen
optreden. Met behulp van de energiebalansregeling is
het mogelijk starts van het warmtepompsysteem tot een
minimum te beperken, zonder af te zien van het comfort
van een behaaglijk klimaat.
Net als bij andere weersafhankelijke CV-thermostaten
bepaalt de thermostaat via de registratie van de buiten-
temperatuur m.b.v. een stooklijn een gewenste aanvoer-
temperatuur van het verwarmingswater. De energieba-
lansregeling geschiedt op grond van deze gewenste
aanvoertemperatuur en de actuele aanvoertempera-
tuur, waarvan het verschil per minuut wordt gemeten en
opgeteld:
Bij een bepaald warmtetekort start het warmtepompsy-
steem en schakelt het pas opnieuw uit als de toege-
voerde hoeveelheid warmte gelijk is aan het warmtete-
kort.
Hoe groter de installateur de negatieve getalwaarde
voor de compressorstart instelt, hoe langer de interval-
len zijn waarin de compressor loopt of stilstaat.
3.3.2

Regeling gewenste aanvoertemperatuur

De regeling van de gewenste aanvoertemperatuur geldt
alleen voor CV-installaties met warmwaterbuffervat.
Net als bij andere weersafhankelijke CV-thermostaten
bepaalt de thermostaat via de registratie van de buiten-
temperatuur m.b.v. een stooklijn een gewenste aanvoer-
temperatuur. Afhankelijk van deze gewenste aanvoer-
temperatuur wordt het warmwaterbuffervat geregeld.
Het warmtepompsysteem verwarmt als de temperatuur
van de koptemperatuurvoeler VF1 van het buffervat klei-
ner is dan de gewenste aanvoertemperatuur. Het
systeem verwarmt tot de bodemtemperatuurvoeler RF1
van het buffervat de gewenste aanvoertemperatuur
plus 2 K bereikt heeft.
Een temperatuurverschil van bijv. 2 K (Kelvin = tempera-
tuureenheid) komt overeen met een temperatuurver-
schil van 2 °C.
In aansluiting op een boileropwarming wordt het buffer-
vat eveneens opgewarmd als de temperatuur van de
koptemperatuurvoeler VF1 minder dan 2 K hoger is dan
de gewenste aanvoertemperatuur (vroegtijdige bijla-
ding).
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Geotherm vwl 82/3 sGeotherm vwl 102/3 sGeotherm

Inhoudsopgave