3 Systeemopbouw en systeemfuncties
Bij CV-installaties van dit type zorgt eerst het warmwa-
terbuffervat voor de compensatie van een warmtete-
kort. Ondergeschikt compenseert het warmtepompsy-
steem het warmtetekort van het verwarmingswater in
het buffervat. Daardoor wordt een frequent aanlopen
van de compressor vermeden waarin de hoogste belas-
tingen optreden (¬ hoofdst. 3.3.1). De compensatie
gebeurt onmiddellijk na het optreden, onafhankelijk van
het groeien van het warmtetekort gedurende een
bepaald tijdsinterval.
3.3.3
Regeling met vaste waarde
De regelaar maakt het instellen van een vaste gewenste
aanvoertemperatuur mogelijk. Deze regeling wordt
slechts tijdelijk ingesteld en bijv. voor de handmatig
instelbare functie „Afwerklaagdroging" gebruikt.
De regelaar regelt de gewenste aanvoertemperatuur
van het CV-bedrijf onafhankelijk van de buitentempera-
tuur op de ingestelde waarde. Deze regeling heeft een
frequent aanlopen van de compressor tot gevolg en is
energie-intensief. De instelling gebeurt door de installa-
teur.
3.4
Modi van het CV-bedrijf en van het
warmwaterbedrijf
Met de modi bepaalt u hoe uw CV-installatie en uw
warmwaterbereiding geregeld worden.
Af fabriek zijn de modi voor CV- en warmwaterbedrijf op
„Auto" ingesteld (¬ hoofdst. 3.4.1 en 3.4.2).
U kunt de automatische regeling voor elke bedrijfsfunc-
tie door wijziging van de modus permanente of door
handmatig instelbare functies tijdelijk buiten werking
stellen.
De installateur heeft bij de ingebruikneming het warmte-
pompsysteem aan uw omstandigheden aangepast. Hier-
voor heeft hij alle bedrijfsparameters op bepaalde waar-
den gezet, zodat het warmtepompsysteem optimaal kan
werken. Met de hierna beschreven instelmogelijkheden
kunt u het CV- en het warmwaterbedrijf van uw installa-
tie aan uw wensen volgens achteraf individueel instellen
en aanpassen.
3.4.1
CV-bedrijf
De regelaar stelt voor het CV-bedrijf voor elk CV-circuit
de volgende modi ter beschikking (¬ hoofdst. 4.9.1,
menu
2).
Auto
de werking van het CV-circuit wisselt na een instelbaar
tijdsprogramma tussen de modi „Verwarmen" en „Ver-
lagen".
12
Eco
Het bedrijf van het CV-circuit wisselt na een instelbaar
tijdsprogramma tussen de modi „Verwarmen" en „Uit".
Hierbij wordt het CV-circuit in de afkoelperiode uitge-
schakeld, mits de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk
van de buitentemperatuur) niet wordt geactiveerd.
Vermarmen
Het CV-circuit werkt onafhankelijk van een instelbaar
tijdprogramma met de gewenste kamertemperatuur.
Verlagen
het CV-circuit werkt onafhankelijk van een instelbaar
tijdprogramma met de verlagingstemperatuur.
Uit
Het CV-circuit is uit, wanneer de vorstbeveiligingsfunctie
(afhankelijk van de buitentemperatuur) niet is geacti-
veerd.
Instelling af fabriek: Auto
3.4.2
Warmwaterbedrijf
De regelaar stelt voor het warmwaterbedrijf van de
geïntegreerde boiler en van het optionele circulatiecir-
cuit de volgende modi ter beschikking
(¬ hoofdst. 4.10.1, menu
Auto
Warmwaterbereiding en circulatiepomp zijn volgens
afzonderlijk instelbare tijdsprogramma's actief.
Aan
Permanente warmwaternaverwarming. De circulatie-
pomp loopt permanent.
Uit
Geen warmwaterbereiding. De vorstbeveiligingsfunctie is
actief.
Instelling af fabriek: Auto
3.5
Energiespaartips
Hierna krijgt u belangrijke tips die u helpen om uw
warmtepompsysteem energie- en kostenbesparend te
gebruiken.
3.5.1
Energie sparen
U kunt door uw algemeen gedrag al energie besparen
door:
– Juist luchten:
De ramen of glazen deuren niet kippen, maar 3-4 keer
per dag 15 minuten de vensters ver openen en tijdens
Gebruiksaanwijzing geoTHERM plus 0020106303_01
4).