16.2
Gedetailleerde gegevens
16.2.1
Standaarddoseereenheden
16.3
Viscositeit
Viscositeit in mPas
Instelling "Doseren"
0 - 50
"normaal"
50 - 200
"HV1"
200 - 500
"HV2"
500 - 1000
"HV3"
*
- Zuighoogte bij gevulde zuigleiding en gevulde doseereenheid
** - Aanzuighoogten met schone en bevochtigde ventielen. Aanzuig‐
hoogte bij 100% slaglengte en vrije uitloop of geopend ontluchtings‐
ventiel.
*** - De gespecificeerde capaciteitsgegevens zijn gewaarborgde mini‐
mumwaarden, die zijn verkregen met het medium water op kamer‐
temperatuur.
- Bij materiaaluitvoering SST is de aansluitmaat 6 mm.
1
2
- Materiaaluitvoering SST
delta
®
-doseerpompen met doseerkoppen voor hoogviskeuze media (HV)
hebben een 10 - 20% lagere doseercapaciteit en zijn niet zelfaanzuigend.
Aansluiting G 3/4-DN 10 met slangpilaar d16-DN10.
Informatie
Productdiversificatie
Reproduceerbaarheid van de dosering
* - bij max. slaglengte en max. bedrijfsdruk voor alle materiaaluitvoe‐
ringen
** - bij gelijkblijvende verhoudingen en min. 30% slaglengte
De delta
®
zorgt bij de juiste instelling van de slagsnelheden en indien de
"Compensatie" op "aan" is gezet (zie hoofdstuk "Doseren") voor gelijkblij‐
vende verhoudingen.
Het doseergedrag van de pomp kan worden aangepast aan de viscositeit
van het doseermedium.
Verlangzaming zuig‐
slag
Geen
Licht
Midden
Maximaal
Instelling voor het verlangzamen van de zuigslag afhankelijk van de visco‐
siteit van het doseermedium; zie hoofdstuk "Instellen".
Technische gegevens
Waarde Eenheid
Max. slagfrequentie
Opmerking
200
160
120
Bij ventielen met veer
80
Bij ventielen met veer
-5 - 10 % *
±2 % **
87