BELANGRIJK: Voordat u autovolume
kalibreert
• Zorg ervoor dat de systeemhardware volledig is geïnstalleerd
en dat alle componenten (meetmicrofoons, luidsprekers en
AVM-gebruikersinterfaces (autovolume)) correct zijn
aangesloten. Onthoud dat luidsprekers direct aangesloten
moeten zijn op de ZONE OUTPUT-connectors op het
achterpaneel van de FreeSpace 4400.
4400-systeem
Meetmicrofoon
ZONE OUTPUT 1
WANDPLAAT
AANSLUITING 1
• Zorg ervoor dat u het juiste luidsprekermodel hebt
geselecteerd in het deelvenster ZONE setup (Zone instellen).
• Zorg ervoor dat de uitgangsversterking zodanig is ingesteld dat
de bron kan worden gehoord zonder dat deze wegvalt.
• Controleer of bronnen zijn toegewezen aan zones.
Opmerking van de programmeur: Als een bron naar
meerdere zones wordt geleid, moet u het autovolume
slechts 1 keer kalibreren op die bron. Na kalibratie is de
bron "vergrendeld" (aanpassing van de bron is niet
toegestaan) totdat alle zones die die bron gebruiken
opnieuw zijn ingesteld.
• Controleer het deelvenster EQ en doe de laatste aanpassingen.
• GEBRUIK GEEN AUTOMATISCHE transformatorS:
Luidsprekers moeten direct zijn aangesloten op de ZONE
OUTPUT-connector van de FreeSpace 4400-hardware.
Gebruik geen automatische transformator op de luidsprekerlijn
om het luidsprekervolume aan te passen. Als u het volume
verlaagt met een automatische transformator, verhoogt de
FreeSpace 4400 het volume. Als u het volume verhoogt met
een automatische transformator, verlaagt de FreeSpace 4400
het volume.
4400-systeem
Meetmicrofoon
ZONE OUTPUT 1
WANDPLAAT
6.0 FreeSpace
ZONE 1
Luidspreker
AVM
(autovolume)
Volume
ZONE 1
aanpassen
Luidspreker
AVM
(autovolume)
4400 configureren
®
Het autovolume instellen
Opmerking van de programmeur: Terwijl de
kalibratie van het autovolume wordt uitgevoerd,
• moet u de omroepmicrofoon NIET gebruiken.
• Wacht totdat de kalibratie van het autovolume is
voltooid voordat u andere systeemfuncties aanpast.
• Ontkoppel de RS-232-kabel NIET van de
FreeSpace 4400.
1.
Klik op de knop
2.
Klik op More (Meer) om de instellingen van Auto Volume
Tracking (Autovolume volgen) weer te geven.
3.
Selecteer de instellingen voor Auto Volume Tracking
(Autovolume volgen) voor het type systeem dat in deze zone
wordt gebruikt. Zie "Instellingen Auto Volume Tracking"
(Autovolume volgen) op pagina 48.
4.
Klik op Set Up (Instellen) om te beginnen met het instellen
van het autovolume. Het dialoogvenster Auto Volume Setup
(Autovolume instellen) verschijnt.
44 van 70
voor de zone die u wilt kalibreren.