2.2.3 Stap 3 – Vereisten aan
volumeregeling bepalen
Bepaal welke gebieden volumeregelaars moeten hebben. Maak
een regelplattegrond, zoals onderstaande, met hierop de typen
regeling die worden gebruikt en de gebieden waar deze worden
geïnstalleerd.
AVM-
interface 1
(autovolume)
(autovolume)
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Gebied 4
Gebied 5
Er zijn AVM-gebruikersinterfaces (autovolume/demping)
verkrijgbaar voor gebruik met de FreeSpace
regelt u de bronselectie en het volume. De interface kan worden
geconfigureerd als een AVM-interface (demping) of een AVM-
interface (autovolume). Als u een gebied hebt geïdentificeerd
waar autovolume wordt gebruikt, moet u de interface
configureren als een AVM-interface (autovolume) om in deze
zone het geluid te regelen.
U kunt ook een 70/100 V in-line volumeregeling gebruiken tussen
de versterkeruitgang en de luidspreker. Als u een 70/100 V in-line
volumeregeling wilt gebruiken, denk er dan aan dat deze niet kan
worden gebruikt in zones waar autovolume of dynamische EQ
wordt gebruikt. Autovolume en dynamische EQ controleren de
versterkeruitgang en doen op basis hiervan aanpassingen. Met
een in-line volumeregeling werken deze functies incorrect.
Wanneer u de plaatsing of fysieke locatie van de regelaars
bepaalt, denk dan eerst aan de manier waarop de regelaar wordt
gebruikt. Als de regelaar zelden wordt gebruikt of als deze op een
veilige locatie moet worden geplaatst, moet deze bij de
apparatuur worden geplaatst. Als de regelaar is bedoeld voor een
ruimte waarin vaak aanpassingen moeten worden gedaan, is het
het beste om de regelaar te plaatsen in het gebied waarvan het
geluid wordt geregeld.
2.0 Ontwerpen met de FreeSpace
AVM-
AVM-
interface 2
interface 1
interface 2
(demping)
®
4400. Hiermee
2.2.4 Stap 4 – Vereisten aan de
luidspreker bepalen
Bepaal de benodigde luidsprekerdekking voor het ontwerp.
Denk hierbij aan de volgende twee punten:
• Voor elke autovolumefunctie is een aparte zone nodig. Voor
elke autovolumezone is 1 exclusief FreeSpace 4400-
uitgangskanaal nodig.
AVM-
• Voor elk type specifiek gelijkgeschakelde Bose-luidspreker is
(demping)
1 exclusief FreeSpace 4400-uitgangskanaal nodig. Als u een
systeem ontwerpt waarin een specifieke Bose-
luidsprekergelijkschakeling wordt gebruikt, zoals de 102
luidspreker, model 32, model 32SE of model 8, moet u voor elk
luidsprekertype 1 exclusief FreeSpace 4400-uitgangskanaal
hebben.
Maak een luidsprekerplattegrond, zoals onderstaande, en koppel
de luidsprekermodellen aan gebieden (luidsprekerkwaliteit x
aftakkingen = benodigd zonevermogen):
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Gebied 4
Gebied 5
7 van 70
4400
®
Luid-
Model
FreeSpace
sprekerk-
32SE
3-I
waliteit
2
5
1
3
6
®
F-
Aftak-
Gebiedver-
king
mogen
50
100
8
40
50
50
4
12
8
48