NEDERLANDS
•
De aangebrachte waarschuwings- en informatielabels geven belangrijke aanwijzingen voor
veilig gebruik. Het in acht nemen hiervan biedt grotere veiligheid.
•
Voor het vervoer op motorvoertuigen of aanhangwagens, en buiten het gebied waaraan wordt
gewerkt, moet het hulpstuk worden uitgeschakeld.
•
Wees voorzichtig in de buurt van roterende en oscillerende gereedschappen - blijf op een
veilige afstand.
•
Wees voorzichtig met gesleepte machine-onderdelen. Wacht tot deze volledig zijn gestopt
alvorens er werkzaamheden aan te verrichten.
•
Er bevinden zich knellende en snijdende punten op aangedreven onderdelen.
•
Gemonteerde of gesleepte apparatuur en lasten zijn van invloed op de bediening, het sturen,
het remmen en de stabiliteit. Werk op een snelheid die geschikt is voor de omstandigheden op
het moment.
•
Ongeautoriseerde wijzigingen die de bedieningsveiligheid van de machine in gevaar brengen
zijn verboden.
•
Controleer vóór elk gebruik of de machine veilig te bedienen is.
•
Veiligheidsuitrusting mag nooit worden verwijderd of gewijzigd.
•
Begeef u nooit onder een onbeveiligd apparaat voor reparaties of inspectie.
1.3.2 Werkgebied en gevarenzone
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor derden in het werkgebied.
•
Het is verboden in de gevarenzone rond de machine te staan. Zorg ervoor dat alle personen
de gevarenzone hebben verlaten. Gevarenzone: 10 m radius
•
Controleer voordat u het hulpstuk inschakelt en start eerst de directe omgeving. Let in het
bijzonder op kinderen en dieren. Zorg voor voldoende zicht.
•
Verwijder voordat u begint te werken eventuele vreemde voorwerpen uit het gebied waarin u
gaat werken. Kijk tijdens het werk uit naar eventuele andere vreemde voorwerpen en verwijder
ze tijdig.
•
Bij het werken in gesloten ruimten, moet de veiligheidsafstand van de rand worden
gehandhaafd om schade aan de machine en gereedschappen te voorkomen.
•
Bij werkzaamheden in een gebied dat direct grenst aan openbare wegen en voetpaden, is het
beter om erover te rijden in plaats van er langs om het risico op letsel aan derden door
objecten die worden uitgeworpen tot een minimum te beperken.
•
Plaats in het geval van werkzaamheden op openbare wegen en in openbare ruimtes of in een
gebied dat eraan grenst, staande informatie- en waarschuwingsborden om de aandacht van
derden te vestigen op het werk dat wordt uitgevoerd.
•
Vanwege het risico op letsel door gelanceerde objecten, is een veiligheidsbril verplicht.
Goedgekeurde veiligheidsbrillen zijn in dit geval brillen die voldoen aan de norm ANSI Z87.1
voor de Verenigde Staten en/of EN 166 voor de EU-landen.
1.3.3 Vóór aanvang van de werkzaamheden
•
Zorg er vóór aanvang van de werkzaamheden, voor vertrouwd te zijn met alle apparatuur, de
bedieningselementen en de werking en zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen goed
gemonteerd zijn en zich in de juiste positie bevinden. Zodra het werk is begonnen is het te
laat.
•
Controleer vóór elk gebruik of de machine veilig te bedienen is.
•
Controleer vóór elk gebruik of de aandrijfas goed is bevestigd op de aandrijftrommel op de
hoofdmachine en op het hulpstuk.
•
Controleer de hydraulische aansluitingen en slangen op lekkage en vervang ze indien nodig.
•
Gebruik de machine nooit met defecte of ontbrekende veiligheidsuitrusting.
8
NL