Als afdrukken via AirPrint niet mogelijk is
Controleer het volgende als u niet kunt afdrukken.
•
Controleer of de SELPHY is ingeschakeld. Als de SELPHY is ingeschakeld,
probeert u deze opnieuw te starten om te kijken of het probleem hiermee
is opgelost.
•
Controleer of de SELPHY via Wi-Fi is aangesloten op hetzelfde
toegangspunt als het Apple-apparaat.
•
Controleer of de papier- en inktcassette correct zijn geladen.
•
Verwijder eventueel geplaatste geheugenkaarten, USB-flashstations
of USB-kabels.
•
Controleer of er geen foutberichten worden weergegeven op de SELPHY.
•
Probeer de Wi-Fi-instellingen opnieuw in te stellen
verbinding te maken.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u een andere
afdrukmethode
(=
34, 37, 39) om te controleren of de SELPHY
correct kan afdrukken. Als het afdrukken nog steeds niet mogelijk is,
raadpleegt u "Problemen oplossen"
•
Nadat u de SELPHY hebt ingeschakeld, kan het enkele minuten duren voordat
Wi-Fi-communicatie mogelijk is. Controleer of de SELPHY is aangesloten
op het toegangspunt
(=
45) voordat u probeert af te drukken.
(=
49) en opnieuw
(=
55).
Afdrukken vanaf een camera
U kunt als volgt afdrukken door de printer aan te sluiten op een
camera die compatibel is met DPS over IP, de PictBridge-standaard
voor Wi-Fi-verbindingen.
1
Bereid de SELPHY voor.
z
z
Verwijder eventuele geheugenkaarten
of USB-flashstations.
z
z
Plaats een geladen papiercassette en een
inktcassette in de SELPHY. Raadpleeg
"Initiële voorbereidingen"
meer informatie.
2
Open het scherm met
instellingen.
z
z
Druk op de <k>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om
[Wi-Fi Settings/Wi-Fi-instellingen]
te selecteren en druk vervolgens
op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d>
om [Connection Settings/
Verbindingsinstellingen] te selecteren
en druk vervolgens op de <o>-knop.
Voorblad
Inhoudsopgave
Namen van
onderdelen
Basishandelingen
(=
8) voor
Afdrukinstellingen
Afdrukken via Wi‑Fi
Afdrukken via
USB‑kabel
Problemen
oplossen
Bijlage
37