8
Houd op het toegangspunt
de WPS‑verbindingsknop
gedurende enkele seconden
ingedrukt.
z
z
Raadpleeg de gebruikershandleiding van
het toegangspunt voor informatie over
de locatie van de knop en hoelang deze
moet worden ingedrukt.
9
Breng de verbinding tot stand.
z
z
Druk op de printer op de <o>-knop.
z
z
Eerst wordt [Connecting/Verbinding
maken] weergegeven op de printer
en vervolgens [Connected to access
point/Verbonden met toegangspunt]
als de verbinding tot stand is gebracht.
Druk op de <o>-knop.
z
z
Het scherm links wordt weergegeven,
met de naam van het toegangspunt.
•
Als u [PIN Method/Pin-methode] hebt geselecteerd in stap 7, gebruikt u de
computer om de pincode (weergegeven op de printer) naar het toegangspunt
op te geven, drukt u op de knop <o> op de printer en gaat u verder naar
stap 9. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toegangspunt voor
instructies over het configureren van pincodes.
•
De sterkte van het draadloze signaal wordt door de volgende pictogrammen
op de SELPHY weergegeven:
[
] Hoog, [
] Gemiddeld, [
] Laag, [ ] Zwak, [
Niet‑WPS‑toegangspunten
] Buiten bereik
1
Controleer het toegangspunt.
z
z
Controleer of het toegangspunt
is ingeschakeld en klaar is voor
communicatie.
2
Bereid de SELPHY voor.
z
z
Verwijder eventuele geheugenkaarten
of USB-flashstations.
z
z
Plaats een geladen papiercassette
en een inktcassette in de
SELPHY
(= 8
– 10).
3
Open het scherm met
instellingen.
z
z
Druk op de <k>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om
[Wi-Fi Settings/Wi-Fi-instellingen]
te selecteren en druk vervolgens
op de <o>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d>
om [Connection Settings/
Verbindingsinstellingen] te selecteren
en druk vervolgens op de <o>-knop.
Voorblad
Inhoudsopgave
Namen van
onderdelen
Basishandelingen
Afdrukinstellingen
Afdrukken via Wi‑Fi
Afdrukken via
USB‑kabel
Problemen
oplossen
Bijlage
42