6 Aansluiting en inbedrijfstelling
Werkwijze:
1. Sluit de aansluitkabel op de paneeltemperatuursensor aan (zie handleiding van de fabrikant).
Kort daarbij de niet benodigde aders in tot aan de kabelafscherming en noteer de kleuren van
de aders.
2. Voer bij tweedraadsaansluiting op de Cluster Controller de volgende stappen uit:
• Ontgrendel bij de 5-polige stekker de leidinginvoer 1 met een schroevendraaier en steek
de ader van het montagesnoer in de leidinginvoer.
• Ontgrendel bij de 5-polige stekker de leidinginvoeren 3 en 4 met een schroevendraaier
en steek de aders van de aansluitkabel in de leidinginvoeren. Let daarbij op de
configuratie van de pinnen.
• Breng bij aansluiting X7 in de pinnenrij B telkens tussen pin 2 en pin 3 evenals tussen
pin 4 en pin 5 een brug aan.
3. Voer bij een vierdraadsaansluiting op de Cluster Controller de volgende stappen uit:
• Ontgrendel bij de 5-polige stekker de leidinginvoer 1 met een schroevendraaier en steek
de ader van het montagesnoer in de leidinginvoer.
• Ontgrendel bij de 5-polige stekker de leidinginvoeren 2, 3, 4 en 5 met een
schroevendraaier en steek de aders van de aansluitkabel in de leidinginvoeren. Let
daarbij op de configuratie van de pinnen.
4. Steek de 5-polige stekker in pinnenrij B van aansluiting X7.
5. Vermeld op de aansluitkabel aan welke aansluiting en pinnenrij de aansluitkabel is
toegewezen. Gebruik daarvoor de meegeleverde kabelbinder met beschrijfbaar label.
6. Noteer het aansluitschema op het meegeleverde aanvullingsblad.
6.11.2 Instralingssensor aansluiten
U kunt 1 instralingssensor of pyranometer op de Cluster Controller aansluiten. De meetwaarde van
de instralingssensor of pyranometer wordt op de display en de gebruikersinterface van de
Cluster Controller weergegeven en doorgegeven aan de Sunny Portal. In de Sunny Portal worden
de meetwaarden meegenomen in de berekening van de performance ratio.
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen):
☐ 1 instralingssensor
☐ 1 aansluitkabel (zie hoofdstuk 6.3 "Kabelvereisten", pagina 29)
Voorwaarden:
☐ De sensor moet technisch geschikt zijn voor de aansluiting op de analoge ingangen (zie
hoofdstuk 9, pagina 84).
☐ De aansluitkabel moet zijn voorbereid voor aansluiting op de meerpolige stekker (zie
hoofdstuk 6.5, pagina 32).
46
ClusterController-IA-nl-16
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding