VOORBEREIDINGEN
Algemene informatie over inrijgen
De grijpers en naalden hebben kleurcodering om de juiste
inrijgroutes aan te geven. Begin altijd met het inrijgen van
de grijpers en daarna de naalden van rechts naar links
(volg de hieronder aangegeven volgorde).
1. Ondergrijper - Groen
2. Bovengrijper – Rood
3. Rechternaald – Blauw
4. Linkernaald – Geel
Let op: Breng de naaivoet altijd omhoog voordat u de machine
inrijgt.
Belangrijk:
Als de draden breken tijdens het naaien, rijg dan alle
draadroutes opnieuw in, in de hieronder aangegeven
volgorde.
1. Verwijder de draad uit de naald(en)
2. Verwijder de draad uit de boven- en ondergrijper
3. Rijg de ondergrijper in
4. Rijg de bovengrijper in
5. Rijg de naald(en) in van rechts naar links
Zie de onderstaande tabel voor aanbevelingen over welke
naalden en garen te gebruiken voor verschillende stof-
dikten.
Welke naald en garen te gebruiken bij verschillende stoffen
Dunne stof
(voile, crêpe, georgette, enz.)
Naalden
HAx1SP #11
of
130/705 H-S, #11/75
Garen
Garen dat geschikt is voor overlockmachines
12 – VOORBEREIDINGEN
Normale stof
(katoen, linnen, zware
katoen, wol, satijn, enz.)
Naalden
HAx1SP #14
of
130/705 H-S, #14/90
4
Geel
2
Rood
Zwart-witte versie van de sticker aan de binnenkant van de
machineafdekking
Dikke stof
(denim, tweed, enz.)
Naalden
HAx1SP #14
of
130/705 H-S, #14/90
3
Blauw
1
Groen
Gebreide stof
Gebreide stoffen
Naalden
HAx1SP #11-14
of
130/705 H-S, #11/75-#14/90