Differentieel transport afstellen
Het differentieeltransportsysteem bestaat uit twee
reeksen tandjes achter elkaar. De reeksen transporttanden
werken onafhankelijk van elkaar en geven perfecte
resultaten bij het naaien op speciale stoffen. Wanneer de
hoeveelheid transport van de voorste transporttanden
wordt veranderd ten opzichte van het transport van de
achterste transporttanden, wordt de stof "uitgerekt" of
"gerimpeld".
Gebruik het differentieeltransport om te voorkomen
dat gebreide stoffen rekken en dat dunne stoffen gaan
rimpelen.
Zet voor overlocken op normale stof de afstelknop van
het differentieeltransport (A) op 1.0. De knop van het
differentieel transport klikt wanneer u hem op 1.0 zet.
Als de genaaide stof uitrekt (B), draait u de knop linksom
(naar 2.0 toe).
Als de genaaide stof rimpelt (C), draait u de knop
rechtsom (naar 5.0 toe).
De naaivoetdruk aanpassen
De naaivoetdruk moet voor naaien in normale omstan-
digheden op "N" worden gezet (A). In sommige gevallen
kunnen aanpassingen nodig zijn. Verhoog of verlaag de
druk totdat u tevreden bent met het resultaat. Maak altijd
eerst een proeflapje van uw stof voordat u op uw kleding-
stuk gaat naaien.
Verlaag de druk door de afstelknop naar u toe te draaien.
Verhoog de druk door de afstelknop van u af te draaien.
Terug naar de standaardinstelling: Draai aan de afstel-
knop totdat de markering op "N" staat.
A
B
C
A
VOORBEREIDINGEN – 25