MatrixPRO II‐driver
Gebruiksaanwijzing
De 05.000.030 serie is bestemd voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de
05.000.030 serie moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstestnorm Testniveau
IEC 60601
Geleide RF
3 Vrms
IEC 61000‐4‐6
150 kHz tot 80 MHz
Uitgestraalde RF
3 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
IEC 61000‐4‐3
in stappen van 1% 80%
Sinusvormige AM bij
1000 Hz, 1 seconden
verblijftijd
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Overdracht van elektromagnetische energie wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en personen.
a
De veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (gsm/draadloos) en landmobiele radio's, amateurradio, AM‐ en
FM‐radio‐uitzendingen en tv‐uitzendingen kunnen niet nauwkeurig theoretisch worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving
als gevolg van vaste RF‐zenders vast te stellen, moet een elektromagnetisch onderzoek op locatie worden overwogen. Als de gemeten
veldsterkte op de plaats waar de 05.000.030 series wordt gebruikt hoger is dan het hierboven vermelde van toepassing zijnde
RF‐conformiteitsniveau, moet de 05.000.030 series worden geobserveerd om de normale werking te controleren. Bij constatering
van een abnormale werking kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het draaien of verplaatsen van de 05.000.030 serie.
b
In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.
P/N 9769_NL Rev. F
EMC‐tabel 4 (IEC 60601‐1‐2, Ed 4)
Leidraad en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
(voor ME‐apparatuur en ME‐systemen die niet levensondersteunend zijn)
Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving ‐ richtlijn
Niet van toepassing
3 V/m
De afstand tussen draagbare en mobiele RF‐
communicatieapparatuur en enig onderdeel van de 05.000.030
series, met inbegrip van de kabels, mag niet kleiner zijn dan de
aanbevolen afstand die wordt berekend met de vergelijking die
geldt voor de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
Niet van toepassing
d = 1,2 P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 P 800 MHz tot 2,5 GHz
Hierbij is P het maximale nominale uitgangsvermogen van de
zender in watt (W) volgens de fabrikant van de zender en d de
aanbevolen scheidingsafstand in meter (m).
De veldsterkte van vaste RF‐zenders, zoals bepaald door middel
van een elektromagnetisch onderzoek op locatie, moet in elk
frequentiebereik lager zijn dan het conformiteitsniveau.
Er kan interferentie optreden in de nabijheid van apparatuur
voorzien van het volgende symbool:
11