MatrixPRO II‐driver
Gebruiksaanwijzing
6) Na gebruik, verwijder batterij, schroevendraaierblad en spantang:
Om de MatrixPRO II‐batterij voor eenmalig gebruik te verwijderen, richt u de driver met de knoppen naar beneden gericht.
Open de batterijklep door de vergrendeling in de richting van de pijl op de vergrendeling te trekken terwijl u de batterijklep
volledig opent. Pak de batterij op om de batterij uit het handstuk te verwijderen. Verwijder de batterij niet met het handgreep
naar beneden gericht. Als u de batterij verwijdert met de hendel naar beneden gericht, kan de batterij eruit vallen.
Om de spantangbevestiging te verwijderen, drukt u op de spantangvrijgavehendel aan de onderkant van het handstuk. Houd
die positie vast terwijl u voorzichtig aan de neus van de spantangbevestiging trekt (zie afbeelding 1).
Voor het verwijderen van het schroevendraaierblad, boorbit of accessoire, zie de specifieke gebruiksaanwijzing voor het
bevestigen van spantangen.
Gebruiksomgeving en gebruikerskwalificaties:
De MatrixPRO II‐driver wordt gebruikt door een getrainde en gekwalificeerde chirurg in het steriele veld van een typische
operatiekameromgeving. De MatrixPRO II‐driver kan worden bediend in elke richting die de gebruiker nodig heeft, afhankelijk
van de omstandigheden van de operatie die wordt uitgevoerd.
INSTRUCTIES VOOR REINIGING EN STERILISATIE
Voorzorgsmaatregelen:
Gebruik geen schuurmiddelen op de MatrixPRO II‐driver.
Dompel de MatrixPRO II‐driver niet onder in enige vloeistof
Reinig de MatrixPRO II‐driver niet op ultrasone wijze
Het niet naleven van de juiste richtlijnen voor infectiebeheersing kan leiden tot infectie door de patiënt of de gebruiker.
Reinig de MatrixPRO II‐driver binnen de richtlijnen voorgeschreven in deze gebruiksaanwijzing. Het apparaat is niet
ontworpen of getest voor reiniging met een andere methode, daarom kan succesvolle reiniging niet worden
gegarandeerd met een dergelijke verwerking en deze kan het apparaat beschadigen en de garantie ongeldig maken.
Het MatrixPRO II‐driver‐handstuk (05.000.030) moeten na elk gebruik door de patiënt worden gereinigd en gesteriliseerd
volgens de volgende richtlijnen:
Belangrijk: Zorg ervoor dat de batterij is verwijderd voordat u deze reinigt.
Zorg ervoor dat de spantang is verwijderd. Reinig en steriliseer de spantang volgens de respectievelijke
gebruiksaanwijzing.
Het apparaat moet onmiddellijk na gebruik worden schoongemaakt (de maximale tijd is binnen 30 minuten na gebruik)
om het drogen van vuil op het apparaat tot een minimum te beperken.
Spoel het apparaat af met warm gedistilleerd of warm zacht kraanwater. Schrob het apparaat voorzichtig in meerdere
richtingen met een schone, zachte nylonborstel of een schone, zachte, pluisvrije doek totdat al het zichtbare vuil is
verwijderd.
Voltooi de apparaatreiniging volgens de handmatige reinigingsmethode of de mechanische reinigingsmethode zoals hieronder
beschreven.
Handmatige reinigingsmethode:
Reinig het apparaat met een enzymatisch reinigingsmiddel met een neutrale pH (7,0 tot 9,0). Schrob het gehele
buitenoppervlak en de batterijholte van het apparaat voorzichtig gedurende minimaal 3 minuten in meerdere
richtingen met een schone, zachte nylonborstel. Besteed met name aandacht aan naden en gebieden waar debris
zichtbaar is. Wasmiddel kan worden aangebracht met een plunjerspuit om sterk vervuilde gebieden door te spoelen.
Spoel het apparaat grondig af met warm gedeïoniseerd (DI) of gezuiverd (PURW) water gedurende minimaal 2 minuten.
Inspecteer visueel op vuil en herhaal de schrobstap totdat alle zichtbare vuil is verwijderd.
Droog het hulpmiddel met een schone, zachte pluisvrije doek of met schone perslucht.
Mechanische reinigingsmethode:
Mechanische reiniging moet worden uitgevoerd met de MatrixPRO II‐driver in de MatrixPRO II grafische houder
(60.000.015).
P/N 9769_NL Rev. F
5