9.2.3 Dichtheidsbepaling van vaste stoffen met een dichtheid kleiner dan
3
1 g/cm
Ingeval van vaste stoffen met de dichtheid kleiner dan 1 g/cm
de dichtheid met twee verschillende methodes te bepalen.
Methode 1:
Als meetvloeistof wordt een vloeistof gebruikt met een dichtheid kleiner dan de
dichtheid van de vaste stof, bv. ethanol ca. 0,8 g/cm
Deze methode dient te worden toegepast indien de dichtheid van de vaste stof niet
veel van de dichtheid van het gedestilleerde water verschilt.
Voordat ethanol wordt toegepast dient men te controleren of de vaste stof niet
beschadigd werd.
Tijdens de werkzaamheden met ethanol dient men absoluut de geldende
veiligheidsvoorschriften op te volgen.
Methode 2:
In dit geval wordt het monster niet op de schaal met zeef gezet, maar eronder.
Daarvoor wordt de indompelkorf voor drijvende vaste stoffen gebruikt.
Afb.: Set voor dichtheidsbepalingen KERN YDB-01 met geïnstalleerde indompelkorf voor
drijvende vaste stoffen.
26
3
wordt het mogelijk om
3
.
EMB-V-BA-nl-1624