5.5.31 Relais [450]
Submenu met alle instellingen voor de Relaisuit-
gangen.
5.5.32 Relais 1 Functie [451]
Stelt de functie van relaisuitgang 1 in. Dezelfde functie
als DigOut 1 [441] § 5.5.29, pag. 56.
451 Relais 1 Func
Stp
Fabriek:
Trip
Run, Stop, 0Hz, Acc/Dec, Freq
bereikt, Max Freq, Geen Trip, Trip,
Autorst Trip, Limiet, Waarsch,
Bereid, T=T Lim, I>I
Keuze:
set, Alarm, Vooralarm, Max Alarm,
Max Vooralarm, Min Alarm,
Min Vooralarm, LY, !LY, LZ, !LZ,CA1,
!A1, CA2, !A2, CD1, !D1, CD2, !D2,
Bedrijf
5.5.33 Relais 2 Functie [452]
LET OP! De hier beschreven definities gelden voor de
actieve uitgangsconditie.
Stelt de functie in van de relais uitgang 2. Dezelfde
functie als DigOut 1 [441] § 5.5.29, pag. 56.
452 Relais 2 Func
Stp
Fabriek:
Bereid
Run, Stop, 0Hz, Acc/Dec, Freq
bereikt, Max Freq, Geen Trip, Trip,
Autorst Trip, Limiet, Waarsch,
Bereid, T=T Lim, I>I
Keuze:
Alarm, Vooralarm, Max Alarm,
Max Vooralarm, Min Alarm,
Min Vooralarm, LY, !LY, LZ, !LZ,CA1,
!A1, CA2, !A2, CD1, !D1, CD2, !D2,
Bedrijf
*
Trip
, Sgnl<Off-
NOM
*
Bereid
, Sgnl<Offset,
nom
5.6
Instellen/Bekijken
referentiewaarde [500]
Hoofdmenu om de referentiewaarde te bekijken of in
te stellen. De uitlezing hangt af van de gekozen regel-
mode:
Tabel 24 Instellen/Bekijken referentiewaarde
Mode
Uitlezing:
Frequentiemode
PID Regeling
Referentiewaarde bekijken
Standaard staat venster 500 in de kijkmode. De
waarde van het actieve referentiesignaal wordt
weergegeven.
Referentiewaarde instellen
Als de functie Referentie Signaal [212] (§ 5.3.3,
pag. 30) als Ref Signaal = Toetsen wordt gepro-
grammeerd, dan moet de referentiewaarde in ven-
ster 500 met de + en - toetsen worden ingesteld op
het bedieningspaneel. Venster 500 geeft on-line de
actuele referentiewaarde weer volgens de Mode
Instellingen in Tabel 24.
FUNCTIEBESCHRIJVING VAN HET SETUP MENU
Resolutie (zie
§ 5.1, pag. 29):
Hz
3 cijfers
%
3 cijfers
57