Zekeringen
De zekeringen bevinden zich onder
het bestuurderszadel. Om toegang te
krijgen tot de zekeringen moet eerst het
bestuurderszadel worden verwijderd.
1.
Hoofdzekering
2.
Zekeringenkast
Zekeringoverzicht
Waarschuwing
Vervang
doorgebrande
altijd door nieuwe zekeringen met de
juiste waarde (zoals aangegeven op
het deksel van de zekeringdoos).
Vervang
een
gesprongen
nooit door een zekering met een
andere waarde.
Het gebruik van een onjuiste zekering
kan leiden tot een elektrisch probleem,
wat tot schade aan de motorfiets,
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval kan leiden.
1
2
zekeringen
zekering
Een doorgebrande zekering is herken-
baar aan het uitvallen van alle systemen
die door de betreffende zekering worden
beveiligd. Gebruik bij het controleren op
doorgebrande zekeringen de tabel om
vast te stellen welke zekering is doorge-
brand.
De
identificatienummers
zekeringen die in de tabellen worden
genoemd,
komen
nummers die op het deksels van de
zekeringdoos staan afgedrukt, zoals
hieronder getoond.
Reservezekeringen zijn haaks op het
deksel van de zekeringkast aangebracht
en moeten worden vervangen wanneer
ze gebruikt zijn.
7
8
9
Positie
Beveiligd circuit
1
Ontsteking
2
Verlichting
3
Brandstofpomp
4
Instrumenten
5
Accu
6
Accessoires
7
Koelventilator
Antiblokkeerremsysteem
8
(ABS)
9
Motormanagementsysteem
Onderhoud
van
overeen
met
7
.5A
1
7
.5A
2
7
.5A
3
4
5A
5
7
.5A
20A
ACC
6
Waarde
(A)
7,5
7,5
7,5
5
7,5
20
20
25
20
157
de
de