Functiebeschrijving verwarmingsketel
Regeling van de ketelwatertemperatuur
Korte beschrijving
De regeling van de ketelwatertemperatuur vindt
■
plaats door in- en uitschakelen van de brander of
door modulatie.
■
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de
masterregeling Vitotronic 300 ingesteld.
■
Voor lagetemperatuurketels is via de codeerstekker
een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die
ter bescherming van de ketel wordt aangehouden.
■
Voor lagetemperatuurketel in combinatie met Therm-
Control:
Bij een te lage gewenste temperatuur op de tempe-
ratuursensor Therm-Control (
ketelwatertemperatuur verhoogd.
Functies
Registratie van de ketelwatertemperatuur:
■
veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (vloeistofuit-
zetting)
■
temperatuurregelaar TR (vloeistofuitzetting)
■
Keteltemperatuursensor NTC 10 k
Regelbereikgrenzen boven
■
Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTB 110/100 ºC
■
Temperatuurregelaar TR 95/100/110 °C
■
Elektronische begrenzing maximumtemperatuur:
–
Instelbereik: 20 tot 127 °C
Wijziging via parameter "06" in de groep "Ketel".
–
Regelingsverloop
CV-ketel wordt koud
Als de ketelwatertemperatuur 2 K lager ligt dan de
gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander
ingeschakeld. De brander start zijn eigen bewakings-
programma.
Opmerking
Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze
kan de branderinschakeling enkele minuten worden
vertraagd.
CV-ketel wordt warm
■
1-traps brander:
Als de ketelwatertemperatuur 2 K hoger ligt dan de
gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander
uitgeschakeld.
2-traps of modulerende brander:
■
Als de ketelwatertemperatuur evenveel als het uit-
schakelverschil hoger ligt dan de gewenste ketelwa-
tertemperatuur, wordt de brander uitgeschakeld.
Het uitschakelverschil wordt in parameter "13" in de
groep "Ketel" ingesteld.
146
) wordt de gew.
aJA
Ω
Regelbereikgrenzen beneden
■
Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale
werking en ingeschakelde vorstbescherming is
afhankelijk van de betreffende CV-ketel.